Stijn van Vliet maakt radiodebuut met De Stijn op NPO 3FM
In het semiwetenschappelijke KRO-NCRV-programma Streetlab leverden de sociale experimenten van Stijn van Vliet en zijn vrienden regelmatig tenenkrommende (en hilarische) televisie op. Doodsbang en dolenthousiast begint Van Vliet nu aan een nieuw soloavontuur: zijn radiodebuut.
De Stijn, ‘de enige audio glossy van Nederland’, is elke zondag tussen 22.00 en 00.00 te horen op NPO 3FM.
Wacht even: een ‘audio glossy’?
“Ja, het klinkt lekker en we halen elementen uit magazines waar we rubriekjes omheen bouwen. Een luistercolumn of horoscoop, bijvoorbeeld. Maar ook vragen van luisteraars. Die variëren van grote levensvragen tot onbenullige bijkomstigheden. Zoals iemand die twee nieuwe kippen heeft, en daar namen voor moet verzinnen. Het is een onuitputtelijke stroom aan leuke ideeën en altijd met een kwinkslag. Een glossy heeft een glimmende en glanzende opmaak, daar werken we nog aan.”
Dit is je officiële radiodebuut. Hoe ben je hier terechtgekomen?
“Ik heb eerder voor 3FM een podcast gemaakt: De Zelfhulpboekenclub. Samen met Jasper Demollin, met wie ik ook Streetlab maakte, werkte ik voor het eerst alleen met audio. Dat beviel heel goed en toen ik samen met – tevens Streetlab-collega – Daan Boom de kans kreeg om voor Wijnand Speelman in te vallen bij 3FM, smaakte het al helemaal naar meer.”
“Radio is een uniek medium. Heel eerlijk en direct, en je maakt het echt samen met de luisteraar. Je weet meteen of wat je aan het doen bent goed of slecht is. Ik zette laatst enthousiast een plaatje in – zelf uitgekozen, mooi verhaaltje eromheen, helemaal blij – en toen vond iedereen het prutmuziek. Helemaal ruk. Tja, dan is die plaat voortaan dus gewoon voor mijzelf in mijn auto. Toen ging ik even twijfelen: doe ik het wel goed? Heb ik dan zo’n rare muzieksmaak? Maar die eerlijkheid is ook wel weer lekker.”
“Ik was doodsbang voor mijn radiodebuut,
maar ik daag mezelf graag uit”
Dus het is af en toe nog even wennen?
“Ik was doodsbang voor mijn radiodebuut, maar ik daag mezelf graag uit. Hoe eng ik het ook vind, soms moet ik over mijn eigen drempels heen stappen. Ik ben iets minder muzikaal onderlegd dan mijn collega’s, moet leren schuiven en het jargon onder de knie krijgen. Ik zou willen dat er een handboek voor radiojargon bestond. Ik steek hier nu veel tijd in en wil hier echt diep in duiken. Daar zal ik nog wel even zoet mee zijn. Dat wil niet zeggen dat ik nooit meer televisie wil maken. Ik vind de afwisseling juist interessant. Elk medium heeft voor- en nadelen. Radio heeft die eerlijkheid en directheid. Bij televisie mag je nadenken over het plaatje. Ik zou niet willen kiezen.”
Er wordt al jaren geroepen dat radio haar laatste jaren wel heeft geteld… Hetzelfde wordt trouwens over bladen gezegd. Hoe zie jij dat?
“Ha, ze zijn beide absoluut niet dood! Maar er verandert veel; het wordt veel meer on demand. Radio werkt nu vaak met beeld en je kunt het live volgen. Bladen komen steeds vaker online uit, in plaats van fysiek. En nu halen wij de bladen naar de radio. Zo zou je het kunnen zien.”
Zijn er radiomakers die jou inspireren?
“Er zijn veel goede radiomakers. Stuk voor stuk met zijn of haar eigen kwaliteit. Je hebt mensen die heel strak zijn, zoals Gerard Ekdom naar wie ik graag luister. En Stefan Stasse heeft juist weer die creativiteit en onvoorspelbaarheid waarnaar ik ook streef. De Coen en Sander Show vind ik altijd vermakelijk. Zij hebben echt gebouwd aan hun eigen geluid en dat hoor je terug.”
In je vorige projecten was je ook betrokken bij de inhoud van het programma. Is dat hier anders?
“De grap is dat radio misschien wel meer inhoudelijke vrijheid biedt dan televisie. Eigenlijk is tegen mij gewoon gezegd: ga maar dingen maken. Natuurlijk luisteren en kijken ze mee, maar die vrijheid is enorm. Ik mag er echt mijn eigen ding van maken. Dat is uniek en héél gaaf om te doen en hebben we bij onze programma’s van Streetlab ook altijd gedaan. Voor mij bestaat een goed radioprogramma uit humor en authenticiteit. Ik geloof in makers die vanuit hun eigen hart en invalshoeken dingen creëren. Hoe meer dat bij degene ligt die het maakt, hoe mooier en authentieker het wordt. Ik ben echt onwijs blij met deze kans.”
Bron: BMY