London Calling: Het kan dus wel
Iedereen in de mediawereld heeft inmiddels wel door dat het dit najaar spannend gaat worden. De streaming wars kondigen zich aan. Silicon Valley nam het initiatief en werd een nieuwe, fantastisch grote klant voor Hollywood. Maar toen Netflix en Amazon met eigen originals kwamen, bekoelde de liefde al snel.
Zoals gewoonlijk kwamen de Amerikaanse studio’s slechts langzaam tot een nieuw antwoord, maar Disney leidde iedereen de weg. Disney+, ESPN+, Hulu, Peacock (van NBCU), HBO Max, en zoveel meer: het aantal nieuwe streaming diensten rijst de pan uit. Big Tech pakt ook nog eens uit via Apple TV+ en de consument ziet door de bomen het bos niet meer.
Temidden van al dit Amerikaanse geweld moeten broadcasters, die vrijwel allemaal een lokale markt bedienen, een nieuw antwoord vinden. Voor velen betekent dat het opzetten van een eigen streaming dienst. Omroepen moeten zich omvormen van business-to-business naar business-to-consumer bedrijven en dat is een heel ander spel. Pijnlijke hervormingen zijn het gevolg, waarbij deze bedrijven hard in eigen vlees moeten snijden en tegelijkertijd nieuwe bedrijfsactiviteiten moeten opzetten.
De grote vraag is natuurlijk hoe relatief kleine lokale spelers het vol kunnen houden tegen de grote Amerikanen. Niet alleen Big Tech komt binnen, ook Hollywood staat aan de poort te dringen. Dat was een aantal Nederlandse visionairs al jaren geleden duidelijk: vooral Bert Habets en Henk Hagoort begrepen dat ze de handen ineen moesten slaan om Big Tech en Big Hollywood gezamenlijk te bestrijden. Maar ze deden het polderend, zonder de eigen belangen te schaden, stapten niet over hun eigen schaduw heen. NLZIET was geboren, maar het is een halfslachtig product waarbij de individuele organisaties vooral hun eigen diensten (Videoland, NPO Start, KIJK) blijven promoten.
Hoe anders gaat het nu toe in de ons omringende landen. In Groot-Brittannië gaat deze herfst Britbox van start. Na een aantal jaar oefenen in de Verenigde Staten wordt deze nieuwe dienst groots gelanceerd. Geen portaaltje dat de individuele, nationale SVOD platforms faciliteert, maar een geheel nieuw bedrijf wordt uit de grond gestampt dat het beste van de Britse televisie direct naar de consument brengt. Het gros van de lokale spelers is inmiddels overstag en doet mee aan dit bewonderenswaardige initiatief.
Bij onze oosterburen gaat het wat langzamer, met name omdat de wetgever lange tijd samenwerking tussen P7S1 en RTL verbood. Maar ook P7S1 sprong over de eigen schaduw heen en startte deze zomer samen met Discovery het nieuwe platform Joyn. ZDF treedt met haar content eveneens toe tot dit consortium, wat maar weer bewijst dat commerciële en publieke organisaties prima samen kunnen werken als het er werkelijk om spant.
De overtreffende trap: in Frankrijk beginnen TF1, M6 (de lokale RTL zendergroep) en de publieke omroep het gemeenschappelijke streaming platform Salto. De wetgever was lang een sta in de weg, maar begreep tenslotte dat lokale spelers zonder dergelijke samenwerkingsverbanden niet zullen overleven. In de strijd tegen Big Tech en Big Hollywood zette de Franse overheid eerdere principes overboord en gaf dit initiatief het groene licht.
Des te vreemder is het dat in het nietige Nederland de drie grote broadcasters het eigenbelang laten prevaleren boven het gemeenschappelijke. NLZIET dreigt een doodgeboren kindje te worden omdat ze elkaar liever beconcurreren dan zich te wapen tegen de grote Amerikaanse spelers. Misschien komen de partijen nog tot inkeer, maar nu ziet het eruit als een gemiste kans. Dat moet toch anders kunnen in Nederland met zijn sterke creatieve industrie.
Oege Boonstra