RUIS: Toegevoegde waarde
Ik zal tien jaar geweest zijn toen mijn vader mij ‘televisieverslaafd’ noemde. Volgens mij was ik voor de vorm beledigd, maar hij had wel gelijk. In die tijd had je voor kinderen alleen op woensdagmiddag en zondagavond televisie. Hoogstandjes als Candy Candy, Bij Nieuwegein Rechtsaf (debuut van Theo en Thea) en Oma Fladder.
De momenten dat er overdag géén uitzendingen waren, keek ik Teletekst: pagina 346 – een kinderpagina met moppen – of de aandelenkoers: kon ik de portefeuille van mijn vader in de gaten houden… Minstens zo spannend als de kinderserie Silas. Hoewel ik nachten wakker lag van volwassen films en series, mocht ik ’s avonds meekijken. Tot het mijn bed- tijd was uiteraard. Willem van Oranje, Dallas, Coronation Street, Van Kooten en De Bie: ik hing ademloos over de zijleuning van de bank.
In 1985 kreeg ik een krakkemikkig klein televisietje voor op mijn kamer. Althans, ik moest het ding delen met mijn zus – één week zij, de andere week ik. Onacceptabel, dus ik beloofde mijn niet-tv-verslaafde zus haar persoonlijke slaaf te zijn als ik de tv permanent op mijn kamer mocht hebben. De tijd van stiekem Pisa kijken in bed (heel pikant, met die glazenwasser) brak aan. Onvergetelijk. Een kleine veertig jaar later ben ik nog steeds verslingerd aan mijn schermen. Ik heb thuis meerdere televisies, maar kijk zelden meer iets live.
Waarom zou ik ook? De noodzaak om een programma te kijken op het moment dat het wordt uitgezonden, is verdwenen sinds je vrijwel alles kunt terugkijken. Series en films op mijn acht miljard streamingdiensten, kijk ik sowieso wanneer het mij uitkomt. Er is wat mij betreft één uitzondering: sport. Sport mág je gewoon niet uitgesteld kijken. Sterker nog: je mag niet eens op tv-pauze drukken om de bitterballen uit de Airfryer te halen. Dan loop je zo twee minuten achter. Mijn stiefvader neemt als hij iets anders te doen heeft middagwedstrijden van zijn Feyenoord op – waarna hij radio, tv en internet vermijdt en alle contact met mensen die de wedstrijd mogelijk al gezien hebben – om die wedstrijd ’s avonds te kijken.
Ik kan me hier helemaal niets bij voorstellen: juichen of vloeken terwijl je weet dat de spelers alweer thuis bij moeder de vrouw aan de piepers zitten. Deze dagen hang ik dus ook weer urenlang voor de buis om voetbal te kijken, gewoon live zoals de rest van de wereld. Ervoor en erna kijk ik naar NOS Studio EK en De Oranjezomer. Met name omdat ik de grootste fan van multitalent Noa Vahle ben.
Ineens voel ik de toegevoegde waarde van analoge live tv weer. Het verbroedert, alsof je onderdeel bent van iets. Het koffieapparaateffect, ook al zit ikzelf voornamelijk in totale afzondering mijn stukkies en boeken (er komen er twee uit in 2025) te tikken. Sport mág je gewoon niet uitgesteld kijken
Het EK 2024 heeft mij doen voornemen om weer meer live televisie te gaan kijken, en vooral de programma’s die half Nederland op dat moment ook aan het kijken is. Ook al zou je in theorie het hele seizoen in een keer kunnen bingen op Videoland, zoals B&B Vol Liefde. Het voelt gewoon anders. Ik ga de talkshows ook weer ’s avonds in bed kijken, in plaats van ’s ochtends op mijn computer. Het hoeft niet eens meer stiekem.
Suus Ruis
Suus Ruis is journalist, auteur, scenarioschrijver en RTV-kenner