Taco Tackelt: MKB-benadering
In BM 414 schreef ik dat als NPO én aangesloten omroepen niet snel eensgezind zouden werken aan een breed toekomstplan, zij het kind van de rekening zouden worden bij de formatie. Ik kreeg de kritiek dat, hoewel men de analyse deelde, de column geen begin van een oplossing bevatte.
Met Gert-Jan Raatgever, met wie ik regelmatig adviesklussen bij en investeringen in MKB-bedrijven doe, filosofeerde ik over de case. We kwamen als snel tot de conclusie dat je niet veel voorstellingsvermogen nodig hebt om de publieke omroep te beschouwen als een groep MKB-bedrijven in zwaar weer.
Er zijn een miljard euro kosten en een door klanten – wel met extreme lock-in – gewaardeerd product. De beeldvorming over de onderneming is, ook bij de klanten, dramatisch. Misstanden stapelen zich op terwijl middenkader straatjes schoonveegt. Een activistische aandeelhouder sorteert voor op een kostenreductie van zo’n 40%. Die aandeelhouder gebruikt de breed gedragen kritiek op de bedrijfscultuur als stok om de hond te slaan. Directies van werkmaatschappijen beginnen het holdingbestuur aan te vallen.
Toen was al duidelijk
dat de markt zou
‘draaien’ naar modellen
waarbij je betaalt
voor wat je kijkt
First things first. Het korte-termijnprobleem is de activistische aandeelhouder. Die moet je vóór zijn door zélf met een plan te komen voor 50% van de worst case, in casu € 200 miljoen. Op korte termijn organisatiebreed 20% kostenreductie opleggen is onhaalbaar. Je zult eerst naar de inkomstenkant moeten kijken. Waardering voor het product én klant lock-in maken dat mogelijk.
Er zijn ongeveer zeven miljoen huishoudens met een televisiepakket. Zij betalen ook via hun provider mee aan de content die ze bekijken. De doorgiftevergoeding. Met een verhoging van € 1,19 per maand heb je € 100 miljoen. Je maakt dan meteen een begin met het herstellen van de fout die de politiek in 2000 maakte met het fiscaliseren van de omroepbijdrage. Toen was immers al duidelijk dat de markt zou ‘draaien’ naar modellen waarbij je betaalt voor wat je kijkt.
Providers zullen dit tegenstribbelend accepteren, maar uiteindelijk berekenen ze het toch door aan de kijker. Daarnaast zijn ze afhankelijk van het ‘meeverkopen’ van het NPO-product bij hun internetproposities. Overigens zou de overheid providers moeten verplichten om de contentkosten te specificeren. De maandelijkse ‘lumpsum’ voor internet en televisie is niet transparant.
Dan kan € 50 miljoen worden gevonden in het verruimen van de mogelijkheden van Ster. Online bijvoorbeeld is er marktvolume genoeg en werkt Ster niet marktverstorend. Rest nog 50 miljoen die echt zal moeten komen uit het snijden in ‘eigen vlees’. 20 miljoen bij de centrale NPO-organisatie en de twee taakomroepen en 30 miljoen bij de ledenomroepen. Met handig lobbywerk zal de politiek zo’n voorstel als ‘geschenk aanvaarden’, probleem minder op de formatietafel.
Het lange-termijnprobleem is de structuur én cultuur. Die is door de combinatie van klant lock-in waardering en ‘old boys network’ scheefgegroeid. Die verander je niet met een door de politiek of RvB geschreven plan. Dat plan moet je ‘minen’ door op een gestructureerde manier zes tot twaalf maanden met alles en iedereen die een mening heeft in gesprek te gaan over vooraf gedefinieerde keuzes om vervolgens de daad bij het woord te voegen.
Taco Jelgersma