Taco Tackelt: Revolutie & Oorlog
“Ik heb op een gegeven moment wel getwitterd dat ik wel klaar was met het woord ‘talkshowoorlog’.” Aldus Rachel Franse in Villamedia Magazine. Franse geeft leiding aan de redactie van Op1. Die voorziet de door omroeppolitiek tot stand gekomen ratjetoe van presentatoren van onderwerpen. Of het nu Quote’s Sander is of Gods Thijs, Franse heerst. Zeker ook omdat ze afstand neemt van het woord oorlog. Jammer is dat zij in hetzelfde interview Op1 een revolutie noemt.
De redactie van Op1 bestaat voor de helft uit ‘Pauw-gedienden’. Er is meer succesvol infotainment met wisselende presentatoren en/of wisselende duo’s. Goedemorgen Nederland, Koffietijd, EenVandaag en meer. Samenwerking tussen omroepen is ook niet nieuw. Programma’s als Tussen Kunst en Kitsch en Wie is de Mol? toonden aan dat je bij een sterk concept het gezicht kunt vervangen. Dat is overigens niet alleen bij televisie het geval. In de musical Soldaat van Oranje zit niemand meer van de originele cast. Voor elke rol is een understudy. De dames van K3 zijn allemaal vervangen. Rachel Franse voedt en bewaakt bij Op1 het concept en ze is daar een meester in, maar het is géén revolutie.
Jinek heeft de andere helft van de Pauw-redactie, een mede door Franse vormgegeven bewezen concept en één sterke presentator. Kijkcijferschommelingen normaliseren. Onderwerpen en gasten dan bij de één, dan bij de ander. Status quo. Een echte oorlog begint met een revolutie. Er is geen revolutie en dus geen oorlog.
De consument kiest
de weg van de
minste weerstand
Er is wel een oorlog in medialand en die werd ingeluid door een revolutie. De oprichters van Hyves zagen die revolutie aankomen. Zij verkochten hun lokale sociale platform in 2010. Koper TMG zag niet aankomen dat ook succesvolle lokale diensten het zouden afleggen tegen mondiale diensten als Facebook, Spotify en Tinder. De consument kiest de weg van de minste weerstand. Dat consumentengedrag leidde tot een oorlog. Die oorlog gaat over een basale economische wet: iedereen moet altijd en overal tenminste twee keuzes hebben. Liever meer. Dat leidt tot welvaartswinst; een groeiende verscheidenheid aan diensten bij dalende tarieven.
Nederland had een eigen medialandschap, maar is nu een schoolpleintje in een mondiale content & access-markt. Met gemak voor de gebruiker als alibi werken grote partijen aan wereldheerschappij. Facebook koopt Instagram en ontneemt je zicht op de keus voor nieuws waarvoor je niet intrinsiek zou kiezen. Dat verkokert je wereldbeeld. Google heeft meer dan 95% van de internetsearch-markt in Europa. Marketeers hebben weinig keus. KPN koopt merken als Telfort en XS4all en schakelt keuzes op retailniveau uit. VodafoneZiggo verzet zich al decennia tegen openstelling van haar kabelnetwerk. Op wholesale niveau is er voor nieuwe internet- én televisie service providers geen keus.
De keuze van de consument voor internationale diensten ten gunste van lokale is dé revolutie. Daarmee financiert de consument de oorlog waarin, door technologie gedreven mondialisering, de keuzevrijheid afneemt. Op1 is géén revolutie en de concurrentie met Jinek is géén oorlog. Het is een schoolpleinopstootje.
Taco Jelgersma