Mirjam Bakker, Wethouder gemeente Súdwest-Fryslân
De gemeente Súdwest-Fryslân is qua oppervlakte de grootste en meest uitgestrekte gemeente van Nederland. Zo’n 10 jaar geleden zijn 89 verschillende dorpen, kernen en zes steden hier opgegaan in 1 gemeente met 89.000 inwoners. Bestuurlijk gaat het er in zo’n gemeente anders aan toe dan in kleinere, dichtbevolkte gebieden. BM sprak met wethouder Mirjam Bakker.
Mirjam Bakker: “We werken hier met wijk- en dorpencoördinatoren en iedere coördinator heeft zo’n 10 wijken of kernen onder zich. Zij inventariseren wat er in een dorp of wijk nodig is en wat mensen met elkaar willen en vertalen dat in projecten waar wij hier op het gemeentehuis in Sneek ambtelijke ondersteuning of fondsen beschikbaar voor kunnen maken. Het inrichten van de leefomgeving gebeurt hier echt door de mensen zelf, van onderop. Er gebeurt heel weinig van bovenaf. Sommige kernen of dorpen zijn gemeenschappen op zich. Als je van de ene kant van deze gemeente naar de andere kant van de gemeente wil ben je met de auto drie kwartier onderweg.”
Geen mediabeleid
“Als het om de lokale omroep gaat, doen we hier eigenlijk niet meer dan het doorsluizen van rijksgelden. In deze gemeente is geen mediabeleid en ik denk dat het goed zou zijn als we daar als gemeente eens over na gaan denken. Hoe wij er hiervoor blijven zorgen dat de nieuwsvoorziening in dit gebied kwalitatief op een goed niveau blijft en inwoners goed geïnformeerd blijven worden. Zeker in een tijd waarin fake news en bubbles op Facebook de belangrijkste bron van informatie aan het worden zijn, terwijl de journalistiek verder blijft verschralen, zullen we iets moeten doen met elkaar. Waar we in ons gebied, net zoals elders in het land, ook rekening mee moeten houden is laaggeletterdheid en dat niet alle mensen dezelfde digitale ‘skills’ hebben. We moeten dus goed nadenken over hoe we het nieuws hier voor iedereen toegankelijk houden. Qua inhoud. En qua techniek.”
Meer geld voor lokaal nieuws nodig
“De lokale omroep Súdwest in deze gemeente draait vooral op vrijwilligers. Ik zou als wethouder best willen dat daar meer met nieuws gedaan zou worden. Natuurlijk krijg je dan ook te maken met een kip en ei-verhaal. Als gemeente kunnen wij meer nieuws willen maar dan zegt de omroep – begrijpelijkerwijs – dan moeten jullie meer geld beschikbaar stellen. Iedere gemeente wil natuurlijk een goede lokale omroep maar niet iedere gemeente heeft daar de middelen voor of het geld voor over. Denk ook dat hier het sociale domein bijvoorbeeld altijd prioriteit zal krijgen. Ik zou er een voorstander van zijn als er straks landelijk meer geld beschikbaar zou komen voor lokale nieuwsvoorziening.”
Rol voor lokale omroep
“Op het gebied van onderzoeksjournalistiek zie ik in dit gebied nu heel weinig gebeuren. En ik merk ook dat de berichtgeving oppervlakkiger wordt. Soms zelfs zo oppervlakkig dat ik alleen het geluid van het slachtoffer of tegenstanders nog maar hoor, zonder tegengeluid. Denk niet dat we in dit gebied zien dat het voorlichtingsapparaat een stuk groter is geworden. Onze persvoorlichter zal hetgeen wat op dinsdagochtend tijdens de collegevergadering besproken is zakelijk naar buiten brengen via een persbericht. Het vormen van tegenmacht blijft heel belangrijk. Natuurlijk hebben we in dit gebied met Omrop Fryslân een sterke regionale omroep. Ook de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad zijn in dit gebied heel actief maar er speelt lokaal nog zoveel meer in die kernen, waarvan veel de krant of de regionale omroep niet haalt. Daarin zou een lokale omroep een goede rol kunnen spelen.”
Concessieperiode
“Binnenkort moeten we ons als gemeente weer buigen over een nieuwe concessieperiode voor de lokale omroep. Wel goed om dan met elkaar te kijken wat we precies zouden willen met een lokale omroep in dit gebied. Als lokaal bestuurder zou ik wel meer sturing willen op hoe dat geld besteed gaat worden… Het zal dan gaan om resultaatafspraken, dus bijvoorbeeld hoe vaak gaat de omroep berichten over een raadsvergadering of hoe vaak komen onze dorpen en steden aan bod. Met de inhoud zelf en de manier waarop het nieuws gepresenteerd zal worden, moeten we ons als college niet bemoeien, dat is aan de journalistiek zelf.”
Bron: BM