Digitaliseren, besparen en samenwerken: kickstart voor de publieke omroep?
De publieke omroep staat op een kruispunt. Moeten de omroepen blijven bestaan? Heeft de NPO in zijn huidige vorm nog toekomst? De conclusie is: als de publieke omroep wil overleven, moet er nú iets veranderen.
Budgetten moeten versneld van lineair naar online worden verlegd en omroepen zullen met behoud van eigen identiteit écht moeten gaan samenwerken. Zelf dubbelingen in de programmering schrappen, nieuwe inkomstenbronnen zoeken en zo’n 10% op hun eigen organisaties bezuinigen. Content moet dáárheen waar het publiek te vinden is. Zelfs op Videoland, YouTube en TikTok als dat de vindbaarheid onder een brede en jongere doelgroep doelgroep stimuleert.
Dat is de kern van een debat over de toekomst van de publieke omroep tussen oud-omroepbestuurder en journalist Ton Verlind en Arjan Lock, voorzitter van het College van Omroepen en EO-directeur, dinsdagavond in het Larense Brinkhuis. Als Verlind het publiek vraagt of de omroepen nog bestaansrecht hebben, gaan alle handen omhoog. De zaal is unaniem, maar heeft van de debatleider geen ‘onder voorwaarden’-optie gekregen. De omroepen mogen er vooralsnog blijven. Maar hoe? En in welke vorm?
Onverbiddelijke cijfers
Lock heeft een duidelijke visie: de tijd van ‘We vinden iets belangrijk en dat storten we over Nederland uit’ is voorbij. Omroepen moeten luisteren naar de behoeften van burgers. En lidmaatschap? Dat is tegenwoordig veel meer dan commitment in ruil voor een omroepblaadje. Zo crowdfundt zijn omroep via haar leden jaarlijks 450.000 euro voor organisatie van de EO-Jongerendag.
De cijfers zijn daarentegen onverbiddelijk: van 500.000 leden in de hoogtijdagen naar 300.000 nu. Omroep MAX groeide juist naar 430.000 leden en heeft sinds 2022 het grootste betaalde tijdschrift van Nederland. Hun geheim? “Continu ophalen wat binnen je doelgroep leeft en ‘een anker in de dag’ voor eenzame mensen zijn”, aldus een MAX-collega. Lock vult aan dat alle omroepen hun achterban beter moeten begrijpen: “Het gaat niet altijd om het hoogste bereik, maar om wát je voor je doelgroep maakt.”
Verlind: “Gaat de NPO na 4 april, als de minister van OCW zijn toekomstvisie op de publieke omroep presenteert, verdwijnen?” Lock: “In deze vorm waarschijnlijk wel. Wij pleiten ervoor dat omroepen weer zelf controle over inhoud en budgetten krijgen. Daarnaast zullen de omroepen getransformeerd worden.” Een cruciale datum, deze 4 april. Dan zal minister van OCW Eppo Bruins de Tweede Kamer per brief informeren over voortgang van zijn gesprekken met de NPO en de omroepen. Zijn schrijven zal niet alleen over de per 2027 aangekondigde bezuinigingen van 160 miljoen gaan, maar ook over de toekomst en impact daarvan op het omroepbestel en haar mensen.
Dood in de pot
Verlind, hintend naar een mogelijk failliet van het publieke omroepbestel: “Ik kan me niet voorstellen dat je als omroepbestuurder heel tevreden bent over de situatie nu…” Lock: “Centraliseren kan de dood in de pot worden. De eigenheid van de omroepen moet bewaard blijven, daarin zit de kracht van dit bestel. Maar tegelijkertijd schaam ik me echt als ik weer lees over omroepbestuurders of Raden van Toezicht waar van alles fout gaat. Dat terwijl we zo’n rijke publieke programmering hebben. 40% van onze middelen gaat naar journalistieke producties die we vrijwel altijd binnenshuis maken. Ik vind dat we daar met trots over mogen spreken.”
“Ik ben voorstander van lumpsum-financiering. Geef omroepen een budget en reken ze af op resultaat”
Verlind: “Waar moet die enorme bezuiniging van 160 miljoen euro dan vandaan komen? Betekent dit dan het einde van Boer zoekt Vrouw en Heel Holland Bakt?” Lock: “Niet als KRO-NCRV en Omroep MAX dat als hun kernprogrammering zien.” Waar hij wél zeker van is: lineaire tv verliest hard terrein: “De kijkcijfers van NPO 1 dalen met 20 tot 30% zonder dat de kwaliteit minder wordt. Als ik Tina Nijkamp hoor over weer een slecht kijkcijfer op de lineaire zenders, dan denk ik ‘Wat een boomerblik op de werkelijkheid is dat!’ Iedereen merkt dat de groei daar niet meer zit en dat er snel iets moet gebeuren. We moeten verschuiven naar online! De NPO moet voorop lopen in maatschappelijke ontwikkelingen en ook snel budgetten van lineair naar digitaal gaan verleggen.”
NPO 3 weg?
Verlind: “Kan NPO 3 weg?”
De gastheer zet deze avond graag in op weinig grijstint bevattende vragen. Regelmatig terugkerende ook, die zijn geïnterviewde bij te duidelijk effectbejag gedecideerd van zich af laat glijden. Lock: “Dat is een achterhaalde vraag. Het klinkt misschien stoer om zoiets te zeggen, maar de plannen op 4 april gaan niet over zenders. NPO 3 kan ook prima gevuld worden met social content.” Als voorbeeld noemt Lock een eigen programma, Hel of Hotel: “Dat is puur voor online gemaakt en via NPO Start bereiken we daar heel veel mensen mee. Natuurlijk zouden we dat ook nog op NPO 3 kunnen uitzenden, dan bereik je daar ook nog iets oudere kijkers. Hetzelfde geldt voor programma’s die op tv én online impact maken. Ik presenteer een programma over rouw. Een goeie reel op Instagram haalt zomaar een miljoen views en 20.000 likes. Dat is inmiddels waardevoller dan 300.000 lineaire kijkers die ondertussen waarschijnlijk ook aan het koken zijn. Maar de financiering vanuit de NPO loopt daar nog op achter, dat is frustrerend. Ik ben dan ook voorstander van lumpsum-financiering. Geef omroepen een budget en reken ze af op resultaat.”
Moet de publieke omroep ook naar Videoland?
Na een discussie over het wel en niet werken van een groot eigen platform – bij de Zweden mislukte dit na forse inspanningen alsnog – komt ook hier de vraag boven over het nut van plaatsing van publieke content op commerciële platforms van derden. Is het denkbaar dat publieke content zo ook ‘zelfs’ op Videoland verschijnt? Lock: “Oei, dat is een gevoelig punt… maar ik zeg niet ‘nee’. Wij moeten daar zijn waar ons publiek is.” Verlind: “Ben je niet bang dat grote budgetten voor social content zo rechtstreeks naar Big Tech-giganten gaan?” Lock: “Dat is een terecht punt dat we zorgvuldig moeten blijven bekijken.” Meer digitale content zal ook de inzet van andere, vaak jongere makers betekenen. Lock: “Jonge collega’s zijn bij deze werkwijze heel belangrijk. Ik leer in dat opzicht soms meer van een 21-jarige stagiair dan van een heel ervaren senior.”
Transitie
Even gaat de discussie in het Brinkhuis ook over de bestuurscrisis bij de NPO. Lock: “Het is pijnlijk dat Frederieke Leeflang is gesneuveld op een dossier waar ze zelf juist hard aan werkte. Maar als er signalen zijn over sociale onveiligheid, dan heb je de plicht om die serieus te nemen en uit te zoeken. Als Raad van Toezicht van de NPO kan je een brief met zorgen van een medebestuurder niet afdoen als ‘een kladje’.”
Verlind: “Wat voor iemand moet de nieuwe NPO-bestuurder zijn?”
Lock: “Iemand die een transitie kan leiden. Ik hunker naar iemand die snapt wat er leeft en ervoor zorgt dat er over drie jaar een goed werkende, sterke publieke omroep staat.”
Verlind: “Ben jij kandidaat?” Lock: “Nee. Ik ben zielsgelukkig bij de EO. Daar kan ik ook programma’s maken. Wel ben ik bereid om op termijn plaats te maken voor een nieuwe bestuurder. Maar eerst wil ik onze omroep nog graag zelf door deze transitie leiden.”
Verandering is onvermijdelijk
Of publieke omroepen en NPO in hun huidige vorm nog toekomst hebben, is in het Brinkhuis én maatschappelijk-politiek gezien de actuele vraag. Maar de boodschap van deze avond was duidelijk:
- Omroepen moeten écht gaan samenwerken
- Programmeringsdubbelingen (bijvoorbeeld een overschot aan talkshows) moeten worden geschrapt
- Omroepen moeten ook zelf nieuwe inkomstenbronnen zoeken
- Elke omroep moet in de eigen organisatie 10% aan bezuinigingen gaan vinden
Of deze maatregelen uit overwegend eigen kring komende tijd zullen volstaan? Dat zal met de OCW-brief en het aansluitende Kamerdebat op 14 april blijken.
Bron: BM / Ellen Danhof
Fotografie: Ellen Danhof