Omroepen alerter op reclameregels
De Nederlandse omroepen letten beter op het naleven van de Mediawet, zo blijkt uit het Jaarverslag 2012 van het Commissariaat voor de Media. De omroepen hielden met name de regels voor reclamezendtijd goed in de gaten.
Het Commissariaat heeft in 2012 geen grote overschrijdingen meer geconstateerd van de maximaal toegestane hoeveelheid reclame per uur.
Het Commissariaat voor de Media ziet erop toe dat publieke en commerciële zenders niet meer dan twaalf minuten reclame per uur uitzenden, zoals in de Europese Richtlijn audiovisuele mediadiensten is vastgelegd. In 2012 heeft het Commissariaat een analyse gemaakt van de reclamezendtijd in de periode 2008 – 2011 en geconstateerd dat zich na 2010 geen grote overschrijdingen hebben voorgedaan. Deze ontwikkeling is voor een belangrijk deel het gevolg van jarenlange intensieve controle door het Commissariaat. Door extra toezicht beoogt de toezichthouder een gelijk speelveld voor op Nederland gerichte zenders dichterbij te brengen.
Van invloed is ook de extra inspanning die het Commissariaat, in het kader van ’toezicht op maat’, heeft geleverd om omroepen voor te lichten over beleid, beleidsregels en overige mediawettelijke verplichtingen. Via consultaties, expertmeetings, presentaties en brochures ontvingen de omroepen uitgebreide informatie om te bevorderen dat zij de mediawettelijke normen internaliseren en overtredingen vermijden.
De belangstelling voor journalistieke samenwerking tussen publieke en private partijen neemt de laatste jaren toe, staat in het jaarverslag te lezen. Om de samenwerking in goede banen te leiden, heeft het Commissariaat de ‘beleidsbrief publiek-private samenwerking met mediabedrijven en culturele instellingen’ opgesteld, die per 1 juli 2012 in werking is getreden. Bij het beoordelen van de meldingen ziet het Commissariaat er ook in 2013 op toe dat geen publiek geld wegvloeit naar derden en dat eerlijke concurrentieverhoudingen in stand blijven. Het Jaarverslag 2012 is te lezen op de website van het Commissariaat voor de Media.
Bron: Commissariaat voor de Media