Toezichthouders WNL: ‘Bert Huisjes mag ondanks commotie terugkeren’
In het eerder dit jaar verschenen rapport van de Commissie Van Rijn over gedrag en cultuur bij de publieke omroepen bleek dat medewerkers van WNL gemiddeld ontevredener waren over de omstandigheden op hun werk dan bij andere omroepen.
Vervolgens verschenen berichten in het AD over ongewenst gedrag van de bestuurder/hoofdredacteur Bert Huisjes. De Raad van Toezicht heeft naar aanleiding daarvan een onafhankelijk persoonsgericht feitenonderzoek naar mogelijk grensoverschrijdend gedrag binnen WNL laten uitvoeren door KPMG. Uit dit onderzoek concludeert de RvT dat met name de stijl van leidinggeven van bestuurder/hoofdredacteur Bert Huisjes bij een aantal medewerkers als ongewenst gedrag is ervaren.
In het onderzoek van KPMG ziet de RvT geen juridisch verwijtbaar grensoverschrijdend gedrag van Bert Huisjes. Wel heeft de té directieve stijl en soms horkerige manier van leidinggeven bij een aantal medewerkers tot verdriet, gevoelens van onveiligheid en onzekerheid geleid. De RvT betreurt dit enorm. Bert Huisjes heeft op zijn handelen gereflecteerd en erkent dat hiervan sprake is geweest. De RvT zal veranderingen doorvoeren die nodig zijn om van WNL een inspirerend omroepbedrijf te maken waar iedereen zich veilig en gewaardeerd voelt. Het welzijn van de medewerkers is daarbij cruciaal.
Sinds de oprichting van WNL is Bert Huisjes zowel bestuurder als hoofdredacteur geweest. Dat was in de opbouwfase van de omroep noodzakelijk. Inmiddels is dat stadium voorbij. Arendo Joustra, voormalig hoofdredacteur van EW, is voorlopig de hoofdredacteur van WNL en treedt toe tot het bestuur. Hij is zijn werkzaamheden reeds gestart en zal ook helpen zoeken naar een nieuwe hoofdredacteur.
Bert Huisjes zal zich binnen het Bestuur toeleggen op alle werkzaamheden die nodig zijn in aanloop naar de nieuwe concessieperiode. Voor de kortere termijn zijn er dus drie bestuurders: Lisa Versteeg (zakelijk bestuurder), Arendo Joustra (hoofdredacteur/inhoudelijk bestuurder) en Bert Huisjes (bestuurder die verantwoordelijkheid draagt voor WNL in relatie tot de concessieperiode).
De RvT heeft prof. mr. Marjan Olfers, gevraagd advies uit te brengen over de gewenste governancestructuur van WNL. Op basis van haar advies zal de RvT na aantreden van de nieuwe hoofdredacteur, het driekoppige bestuur terugbrengen naar een tweekoppig bestuur: Een zakelijk bestuurder primair verantwoordelijk voor een goede bedrijfsvoering, gezonde financiën, de huisvesting, de personele diensten, de begeleiding van de ledenwerving, secretariële steun en marketing van de ledenvereniging.
Een strategisch inhoudelijk bestuurder (geen hoofdredacteur) is primair verantwoordelijk voor het bestaansrecht van WNL, de uitbouw en uitvoering van het liberaal-conservatieve geluid in het bestel. Er worden maximale bestuurstermijnen ingevoerd. Er zal meer aandacht komen voor het opleiden/trainen van bestuurders.
Het HR-beleid zal stevig worden geprofessionaliseerd. Er komt meer aandacht voor strategische HR-beleid, contractenbeheer, begeleiding, opleiding en training. De RvT heeft tevens besloten, naast de benoeming van een eigen HR-manager, tot de aanstelling van een ombudsfunctionaris (voor advies/bemiddeling) naast twee interne vertrouwenspersonen, waar medewerkers die zich onheus behandeld of gediscrimineerd voelen, terecht kunnen. Deze functionarissen zullen volledig onafhankelijk opereren. De meldprocedure wordt verder geprofessionaliseerd. Het vergroten van de sociale veiligheid binnen de organisatie staat daarbij voorop. In de periodieke gesprekken tussen de RvT en het bestuur zal dit ook een vast onderwerp op de agenda zijn.
Zodra de nieuwe hoofdredacteur gevonden en aangesteld is, zal deze lid van het MT worden. In het MT zal naast de hoofdredacteur, in ieder geval ook de HR-manager plaatsnemen. Daarmee kan het bestuur zich richten op strategische zaken en zal het MT met de dagelijkse leiding van de organisatie belast worden.
Het rapport van KPMG wordt niet gepubliceerd vanwege de privacy van personen. Het onderzoek bestaat namelijk voor een groot deel uit gesprekken met medewerkers, die op basis van anonimiteit gevoerd zijn. De tekst in het rapport is weliswaar geanonimiseerd, maar wel voor een grote groep ‘insiders’ gemakkelijk op personen herleidbaar.
Bron: Raad van Toezicht van Omroep WNL/BM