De Willskracht van Will Koopman
Zaterdag 16 november, de intocht van Sinterklaas is net achter de rug. Een mooi moment om Will Koopman telefonisch te verrassen met de mededeling dat ze Mediapersoon van het Jaar is geworden. En een surprise is het. “Nee, nee, nee!” reageert Koopman vol ongeloof, om daarna stil te vallen. “Het is toch geen grap hè?”
Op 9 december, als we elkaar treffen in haar opvallend onopvallende rijtjeshuis in Amsterdam West voor het traditionele interview, komt ze nog even terug op haar reactie. “Tina Nijkamp had in haar podcast of op de site die ze heeft, gezegd: Mediapersoon Will Koopman. Dat had ik doorgeappt naar Rogier, de partner met wie ik werk, en daar moesten we hard om lachen, zo van: moet je kijken wat ze nu weer bedenkt. Nou ja, en toen belde jij. Dus ik dacht: iemand heeft dat gelezen en haalt een grap met me uit. Maar het is dus waar. Echt ontzettend leuk.”
Om maar gewoon bij het begin te beginnen: je studie aan de Filmacademie. Wilde je dat graag of was dat eigenlijk toeval?
“Toeval. Ik kwam iemand tegen die daar zat en een beetje moeite had met cameratechniek. Dus ik keek ernaar en zei: ik begrijp het ook niet helemaal, maar ik kan het proberen. Waarop ik vroeg: wat doe je eigenlijk? De Filmacademie, zei ze, daar kun jij je ook gewoon voor aanmelden. Waar zit die dan, vroeg ik. ‘Op de Overtoom’. Nou, daar woonden mijn ouders letterlijk om de hoek, dus visueel ingesteld was ik totaal niet want ik had nooit gezien dat het daar was… En dan ga je ’s avonds uit, wordt het 04.00 uur op het Rembrandtplein en bedenk je: o ja, ik moet dat aanmeldformulier invullen, even een pasfoto maken in zo’n hokje, dat kon toen nog. Die gekke uitgaansfoto heeft 4 jaar lang bij de Filmacademie gehangen.”
Sprekende dieren
Want Koopman mag inderdaad langskomen voor wat ze “een wonderlijk gesprek” noemt. “Omdat ze lang hebben getwijfeld of ik wel de waarheid sprak.”
En dat was niet zo?
“Nee. Ze vroegen aan mij wat ik wilde worden en toen zei ik: scenarioschrijfster. Ik wist gewoon niet zo goed wat er allemaal kon. Waarom heb je dan je werk niet ingeleverd, was de volgende vraag. ‘Ik wil niet dat iedereen mijn werk leest’, heb ik toen geantwoord, terwijl ik gewoon helemaal niks had! Anton Koolhaas zat ook in de toelatingscommissie en die hield van sprekende dieren, wist ik uit zijn boeken die ik wel had gelezen. Dus toen me werd gevraagd om wat uit mijn werk te vertellen, begon ik over een konijn, een fietser en kernenergie maar verder wist ik het niet meer. Vervolgens kreeg ik 2 dagen later een brief dat ik was aangenomen. Ja, geestig hè? In het eerste jaar zeiden ze wel tegen me: je moet naar de Toneelschool want we denken dat je daar misschien beter tot je recht komt. Ik ben er toen een paar dagen gaan kijken, maar hoewel ze het gevoel hadden dat ik best kon spelen, wilde ik dat zelf niet en ben ik teruggekomen.”
Koopman gaat productie doen op de Filmacademie, geen regie. “Maar ik ben na mijn studie wel meteen aangenomen als scriptgirl bij Te gek om los te lopen en Joep Meloen. Dus dan zit je toch een beetje aan de regiekant. Uiteindelijk heb ik veel gecombineerd, was ik vaak zowel uitvoerend producent als regisseur. Beide kanten begrijp ik heel goed. Ik weet: als de regisseur 80 figuranten wil, dan moet de producent dat ergens anders compenseren om binnen budget te blijven.”
“Dat geschreeuw vind ik
helemaal niet kunnen, ik ben
daar zelf ook nooit van geweest”
De tijden zijn enorm veranderd sinds jij op de Filmacademie zat. Ben jij zelf ook veranderd of draag jij bij aan die verandering?
“Toen ik begon, was het echt een mannenwereld. Onder de 22 studenten in mijn eerste klas zaten slechts 4 vrouwen. Toen meer leerlingen werden aangenomen – eerst 40, nu zijn het er 70 – kwamen er ook meer vrouwen bij; niet alleen voor productie en regie, maar ook hele goede licht- en cameravrouwen. Op mijn set lopen nu meer vrouwen dan mannen rond en dat vind ik alleen maar leuk.”
Dialoog
“Natuurlijk heb ik ook onder regisseurs gewerkt die echt behoorlijk konden schreeuwen. Als je als assistent in de fout ging, dan werd er wat van gezegd en maakte je die fout niet nog een keer, als je begrijpt wat ik bedoel. Die tijden zijn echt veranderd en dat is maar goed ook. Dat geschreeuw vind ik helemaal niet kunnen, ik ben daar zelf ook nooit van geweest. Ik snap heel goed dat jonge actrices het moeilijk vinden om een seksscène te spelen als daar niemand bij staat om hen te beschermen. Bij mij was en is er altijd dialoog, alles wordt vooraf uitgebreid doorgesproken, er gebeuren nooit onverwachte dingen op de set. Wat wil ik en hoe zien de acteurs het zelf? Het lijkt misschien een beetje opschepperig en zo bedoel ik het niet, maar voor mijn gevoel heb ik me niet erg hoeven aanpassen en altijd al gewerkt zoals het hoorde. Ja, ik was in feite mijn eigen intimiteitscoördinator.”
2 jaar geleden was je te gast in BM Talk, in gesprek met Joost Koning. Zijn eerste vraag luidde: ‘Jij maakt heel veel. Leef jij om te werken of werk je om te leven?’ Weet je nog wat je antwoordde? “Ik vermoed het eerste. Ik denk dat het met elkaar verband houdt. Ik werk heel graag en hou van dingen bedenken, maar daarbuiten heb ik echt nog wel een ander leven hoor”, zei je. Toch las ik in Volkskrant Magazine in juli afgelopen jaar dat als jouw man nog had geleefd (haar partner Lex Wertwijn, scenarist en cameraman, overleed in 2017 aan kanker, JtN), je al was gestopt met werken. “In 2002 hebben we een huis in Frankrijk gekocht, dat hij eigenhandig heeft verbouwd. Dan zouden we daar nu veel zitten, met z’n tweeën of met vrienden.”
“Ja, maar dan moet iedereen in mijn omgeving heel hard lachen. Die zeggen: nou echt niet, je was gewoon nooit gestopt. Ik weet het gewoon niet, het leven is gelopen zoals het is gelopen. Ik heb met mezelf afgesproken: zolang ik het leuk vind, blijf ik het doen. Gelukkig heb ik allemaal jonge mensen om me heen, dan hou je toch de tijd een beetje bij en snap je wat er leeft, wat een term als fierce betekent bijvoorbeeld (lacht). Ja, de veranderingen gaan tegenwoordig veel sneller dan ik gewend was. Ik heb nu een iPhone 11 maar nummer 16 is al op de markt.”
Naar de keuken
Jij bent altijd kijker en consument gebleven, wat betekent dat je sommige dingen ook niet kan of wil zien.
“Nee, nog steeds niet, dat blijft. Ik heb hier weleens naar Sleepers of Mocro Maffia zitten kijken, maar dan loop ik soms even naar de keuken hoor. Of die scène uit The Deer Hunter met dat Russische roulette, echt verschrikkelijk. Het ergste voorbeeld is Marathon Man, waarin Dustin Hoffman onder handen wordt genomen met een tandartsboor. Ik weet hoe het afloopt, hoe het is gemaakt, dat het maar geluid is, maar ik verdraag het gewoon niet.”
“Het is iets dwangmatigs,
anders kan ik gewoon
niet rustig slapen”
Kijk jij veel terug wat je hebt gemaakt?
“Nooit. Als het klaar is, is het klaar.”
Je bereidt je altijd wel ongelooflijk goed voor, dat is een cruciaal onderdeel van je werkwijze.
“Ja. Neem Oogappels dat we nu draaien. Afgelopen zomer heb ik dat al helemaal gedecoupeerd (het verknippen of opdelen van een scène in kleine stukjes of shots, wat wordt uitgedacht in de draaiboekfase, JtN). Woensdag ga ik weer naar de set, dus toen ik gisteravond thuiskwam na het draaien, heb ik het weer nagelopen en blijf ik erover nadenken, moeten we het toch niet zus of zo doen? Ja, zo heb ik altijd gewerkt. Zodra ik scripts binnenkrijg die definitief zijn, ga ik meteen decouperen. Dan heb ik het al een beetje in mijn hoofd en krijg ik steeds beter in de vingers hoe ik het wil. (Lachend) Sommige schrijvers sturen hun scripts daarom niet naar me op. ‘Dan ga je meteen beginnen en je bent nu met iets anders bezig, dus dat doen we maar even niet’. Ik kan het inderdaad niet wegleggen en denken: komt volgende week wel. Zo werkt het niet, het moet meteen af. Het is iets dwangmatigs, anders kan ik gewoon niet rustig slapen.”
Smoes
Zie jij gelijk of een script goed is?
“Ja. Als je regieassistent of scriptgirl bent geweest, dan leer je niet alleen om goed, maar vooral ook filmisch, beeldend te lezen. En door dat heel veel te doen zoals ik heb gedaan, leer je ook dat je van een drol geen taartje kunt maken. Je kunt echt nog wel dingen veranderen of herschrijven, maar de basis moet goed zijn. Wat dat betreft heb ik natuurlijk het grote geluk om met Roos Ouwehand, Lex Passchier en Frank Houtappels te werken, dat zijn wel mijn steun en toeverlaten in het hele schrijverstraject. Dat klikt gewoon nog steeds, er valt eigenlijk nooit een onvertogen woord. En we werken behoorlijk snel, dat is ook fijn. Kijk, schrijvers hebben altijd wel een smoes paraat, dat de computer stuk was of de brug open stond. Dat is bij ons niet het geval.”
Ben jij ook een binger als tv-kijker?
“Nee, helemaal niet zelfs. Wel bij documentaires. De Belgen hebben een even geweldige als verschrikkelijke film gemaakt over de Rooms-Katholieke kerk onder de hele goeie titel Godvergeten. Dat heb ik in één keer uitgekeken. En datzelfde geldt voor 1985, ook Vlaams bij de NPO, over de Bende van Nijvel. Die serie kijk ik dan gek genoeg wel in 2 dagen tijd uit omdat ik het zo goed vond.”
Nooit de aanvechting gehad om zelf een documentaire te maken?
“Nee. Ook nooit bij stilgestaan, zeg ik eerlijk. Het is gewoon een heel andere stiel, met ook veel research. Ik vind een goede documentaire heerlijk om naar te kijken, maar ik denk niet dat ik dat kan. Ik beweeg me liever aan de fantasiekant, zullen we maar zeggen.”
Herkenbaar
Toen jij in 2022 een Gouden Kalf voor de Filmcultuur kreeg, was dat ook een erkenning voor het samenbrengen van twee werelden, de zogeheten artistieke en de commerciële.
“Ja, zo stond het ook in het rapport. Ik snap het wel, Oogappels is natuurlijk iets heel anders dan Gooische Vrouwen. Ik vind het juist zo grappig en leuk dat het is gelukt om voor de NPO succesvol iets herkenbaars te maken over opvoeden en het struggelen met het leven, en voor de commerciëlen iets over the top in een totaal ander genre. Ik denk dat de schrijvers en ik weten wat de kijker wil en dat is eigenlijk wel belangrijk. Die humor in Gooische Vrouwen herken ik gewoon. Ik had zelf een tante Cor en Peter Paul Muller als Martin Morero is een beetje gebaseerd op mijn ome Gerrit.”
“Linda de Mol heeft mij
absoluut beter gemaakt”
Heb je getwijfeld om toch weer Gooische Vrouwen te doen?
“Nee, want ik had het zelf al eerder bij Linda aangekaart. Ik vond het wel moeilijk, zeker de eerste week moest ik echt even zoeken. We zijn wel ouder geworden, maar je moet toch dezelfde sfeer erin brengen. Vinden mensen dit nog steeds leuk? Dat maakt het toch best ingewikkeld omdat het gewoon heel goed was, en weer ís, blijkt nu. Ja, dat is fijn hoor. Als ik bijvoorbeeld zie wat er allemaal gebeurt op TikTok. Jongeren die alles letterlijk naspelen, filmpjes van kappers die Jari imiteren met de doedelzak, echt niet normaal. Er is weer een heel nieuw publiek bij gekomen en dat vind ik ontzettend leuk.”
Waarom klikt het zo goed met Linda de Mol?
“Laat ik voor mezelf spreken: zij heeft mij absoluut beter gemaakt. Zonder twijfel. Omdat zij zo ambitieus is, wat ik een goede eigenschap vind, dacht ik: nou, dat kan ik ook en nog beter. (Lacht) Dat is niet gelukt hoor, helemaal niet, maar dat is het eigenlijk wel. En verder vind ik het gewoon een hele fijne vriendin.”
Vooruitgegaan
Zijn er collega’s of series waar jij jaloers op bent, wat je zelf graag had geregisseerd?
“O nee, dat gevoel ken ik niet, ik vind het alleen maar mooi dat er zoveel wordt gemaakt en vooral ook zoveel goeds. We zijn echt ontzettend vooruitgegaan, sinds eigenlijk al tientallen jaren. De Joodse Raad bijvoorbeeld, daar heb ik echt van genoten.”
Wat is de reden van die stijgende kwaliteit?
“Ik denk omdat er veel meer kan dan vroeger, we hebben de computer die ons kan helpen. Zoals in mijn laatste film, Neem me mee, waarin 6 oudere acteurs in een busje worden gezet. Ik zei gelijk: laten we dat maar in een studio opnemen, want op locatie wordt het lastig, met al dat plassen onderweg. Dus toen heb ik allemaal plates opgenomen in Frankrijk, die weergegeven op de studiowall en daar de bus voor gezet. Dat werkt als een trein, je ziet het niet. Dus we zijn veel verder, waardoor je meer kunt bedenken en doen. Ik vind dat we in Nederland technisch heel erg sterk zijn en datzelfde geldt voor regie. Ik kan er echt van genieten als mensen mooie dingen afleveren, ik ken geen jaloezie.”
Je hebt een lange lijst met hoogtepunten op je naam. Zijn er ook producties die je achteraf minder geslaagd vond?
“Jazeker. Hart tegen Hard had beter gekund en datzelfde geldt voor Love Hurts. Maar er was gewoon te weinig tijd en geld. Dan moet het toch snel worden uitgezonden en gaat het net niet goed. Dat is dus de les.”
Niet op peil
De laatste jaren zijn de streamingplatforms er nadrukkelijk bij gekomen. Heeft dat jouw vak veranderd?
“Er moet per aflevering meer met cliffhangers worden gewerkt zodat mensen door willen kijken. Baantjer, dat waren gewoon afgeronde delen, dus dat is wel veranderd. De streamers hebben het wel echt groter gemaakt allemaal, dat vind ik goed, maar we het moet natuurlijk wel gewoon worden geproduceerd en dat is nog niet zo makkelijk. Goed drama is echt duur en die budgetten zijn in Nederland niet op peil. Dat was al zo in de tijd van Baantjer: een immens succes, maar van de zender kregen we steeds hetzelfde bedrag terwijl alles en iedereen duurder werd.”
“Als ik dat vergelijk met de situatie in bijvoorbeeld Frankrijk, dan doen wij het echt vaak voor een appel en een ei. De Fransen hechten ook veel meer aan hun eigen cultuur. Zo hebben ze daar hun eigen Franse filmavond, op vrijdag. In het dorp in de Bourgogne waar ik een huis heb, hoef je dan niet af te spreken hoor. ‘Nee, vanavond niet, dan is de Franse film’. Dan denk ik: wat leuk dat ze zo cultuurbewust zijn, dat hebben wij toch minder. Ik vind dat we echt wel trotser mogen zijn op de mooie dingen die we maken.”
“Ik vind dat we echt wel
trotser mogen zijn op de
mooie dingen die we maken”
Is coproduceren met buitenlandse partners dan wellicht een (financiële) oplossing?
“Jazeker, dat kan. Neem me mee heb ik met de Fransen gecoproduceerd omdat het daar voor een groot deel is gedraaid, maar dat is niet zo simpel en helemaal afhankelijk van het onderwerp of project. De humor van Gooische Vrouwen is nu eenmaal heel anders dan ze in Duitsland of België gewend zijn, dat maakt het best ingewikkeld. Dus als ik dan toch nog even een pleidooi mag houden: laten we voor sommige producties nou gewoon iets meer betalen. Want ik denk best vaak: Jezus jongens, het is voor primetime, come on!”
Toneel
Heb jij alles uit je carrière gehaald?
“Dat geloof ik wel ja. Ik denk nooit: had ik maar dit of dat. Ik kwam laatst iemand tegen met wie ik op de Filmacademie had gezeten. Hij zei: jij bent echt een van de weinigen die er zo uit is gesprongen. (Lachend) Dat had ik ook nooit verwacht hoor, toen ik daar begon. Maar ja, het blijft gewoon leuk werk, zoals het ook hartstikke leuk is om weer een prijs te krijgen. En als ik op een gegeven moment denk: nou, het is wel goed zo, tijd voor een andere generatie, dan kan ik altijd nog mensen begeleiden of helpen met scripts lezen. Ik ga ook veel naar toneel, dat is ook prettig voor ons vak. Daar ontdek je vaak heel andere types dan via de bekende castingbureaus. Neem Malou Gorter, die Merel speelt in Oogappels. Ze had een rol als de jonge Annie in de tv-serie over Annie M.G. Schmidt en toen zag ik haar in de hoofdrol in de Nederlandse toneelversie van Borgen. Daarin liep ze 9 uur lang op hoge hakken en dacht ik: tjee, wat een dijk van een vrouw. En zo komt dan Merel op, daar waren Roos en ik het snel over eens.”
Aan het eind van het gesprek in BM Talk met Joost Koning 2 jaar geleden stelde hij ook jou zijn vaste slotvraag: wat is het beste advies dat jij kan geven over je weg vinden in de creatieve wereld…
“Springen, springen!”
Donker
Nou, je gaf een ander antwoord dat ik heel opvallend en leuk vond, namelijk: niet met je ellebogen werken, altijd jezelf zijn en je realiseren dat het altijd donker wordt.
“Ja, dat is ook zo. Ik weet nog dat Vivian Pieters mij belde voor Bureau Kruislaan en vroeg: zou je dat kunnen? En ik zei: ja natuurlijk. Dus de dagen ervoor liep ik echt geultjes hier in huis. Waarom zeg je dat nou weer, ik kan het helemaal niet, regisseren. De eerste dag vond ik ook echt heel moeilijk, maar ja, op een gegeven moment wordt het donker en dan kun je geen dagscènes meer draaien. Dan ga je naar huis en denk je: zo, deze dag heb ik alvast gehad. Daar komt dus die uitdrukking ‘het wordt altijd donker’ vandaan. Maar ik vind ook dat je moet springen. En durven. En doen. Ik ben niet bang om het niet goed te doen, maar ik ben wel heel erg veeleisend voor mezelf.”
“De zelftwijfel blijft, altijd”, zei je in de Volkskrant.
“Tja, dat gaat gewoon nooit over. Tijdens een première zit ik niet in de bioscoop, dan ga ik wandelen. Heb ik bij Gooische Vrouwen ook gedaan. Dat wil ik allemaal niet meemaken, stel je voor dat mensen niet klappen… Nee, dat komt nooit meer goed en hoort erbij, je moet wel scherp blijven. En dit is mijn manier om dat te doen. Als je altijd blijft denken: is het goed, dan is het goed. Maar het kan niet altijd goed gaan. En je moet ook dingen proberen. Want als je dat niet doet, dan kom je niet verder.”
“Tijdens een première zit
ik niet in de bioscoop,
dan ga ik wandelen”
Wat nu? Ik las over een project waarvoor je geld hebt gekregen van het NPO-fonds.
“Ja, dat is iets waar mijn man Lex ook nog aan heeft meegeschreven, samen met Lex Passchier en Roos Ouwehand. Het speelt zich af in de Napoleontische tijd en gaat over 5 kijvende vrouwen in een kasteel die zich doodvervelen. Het wordt behoorlijk grof en er is een lange preproductietijd; de kostuums en pruiken, de acteurs, de locatie, het geld, het moet allemaal nog definitief rond worden gemaakt, dus dat gaat pas ergens in 2026 allemaal gebeuren denk ik. Ik heb daar ontzettend veel zin in, dus van mij ben je voorlopig nog niet verlost.”
Will’s Wikipedia
Will Koopman (Amsterdam, 12 oktober 1956) studeert aan de Nederlandse Filmacademie, om vervolgens jarenlang achter de schermen te werken bij films als Ik ben Joep Meloen (1981), Moord in extase (1984) en Te gek om los te lopen (1981). In 1992 besluit ze zich op het regiewerk te richten en neemt ze voor de VARA de politieserie Bureau Kruislaan voor haar rekening. Later in de jaren negentig regisseert Koopman de RTL-reeks Vrouwenvleugel, die in 1994 wordt bekroond met een Gouden Televizier-Ring, en Unit 13 (1996-1998).
Vervolgens is Koopman met enkele anderen verantwoordelijk voor de succesvolle dramaserie Baantjer (1998–2004) en in 2005 begint ze met de opnamen van Gooische Vrouwen. Op 23 oktober 2009 komt die serie ten einde omdat het steeds moeilijker wordt om de cast bij elkaar te houden. Op diezelfde avond neemt Koopman haar tweede Gouden Televizier-Ring in ontvangst.
Andere televisieseries die Will Koopman regisseert: Grijpstra & De Gier (2004-2005), Hart tegen Hard (2011), Iedereen is gek op Jack (2011–2012), Wat als? (2012), Villa Morero (2012), Komt een man bij de dokter (2012–2014), Divorce (2012–2015), Danni Lowinski (2013–2015), Love Hurts (2013), Ik ook van jou (2013), Doris (2013), De man met de hamer (2013), Gouden Bergen (2015), Familie Kruys (2015–2016), De Jacht (2016), Centraal Medisch Centrum (2016), Oogappels (2019-heden), Diepe Gronden (2022), Eén grote familie (2023–heden), PATTY (2024). Samen met schrijvers Lex Passchier en Roos Ouwehand wordt Koopman in 2023 voor Oogappels opnieuw onderscheiden met de Televizier-Ring, haar derde grote publieksprijs.
Gouden Kalf
In 2009 gaat haar eerste bioscoopfilm in première: Terug naar de kust. Daarna volgt een imposante reeks filmproducties: Gooische Vrouwen (2011), De verbouwing (2012), Assepoester: Een Modern Sprookje (2014), Gooische Vrouwen 2 (2014), Sneeuwwitje en de zeven kleine mensen (2015), De Prinses op de Erwt: Een Modern Sprookje (2016), Trots en verlangen (2016), Roodkapje: Een Modern Sprookje (2017), All You Need Is Love (2018), April, May en June (2019), Alles op tafel (2021) en Neem me mee (2023).
Tijdens het Nederlands Film Festival in 2022 wordt Will Koopman onderscheiden met het Gouden Kalf voor de Filmcultuur, sinds 1981 uitgereikt aan personen of instanties die zich op uitzonderlijke wijze verdienstelijk hebben gemaakt voor de Nederlandse filmcultuur. ‘Als icoon heeft ze vele bezoekers weten te trekken naar haar brede publieksfilms waarin de vrouw excelleert’, aldus de motivatie. Afgelopen jaar wordt ze opnieuw geëerd met de zogeheten Media Oeuvre Award, een prijs van NLZIET en Spreekbuis.
Waarom Will Koopman?
De eerste aflevering van het nieuwe seizoen van Gooische Vrouwen breekt een record op Videoland. Nooit eerder kijken zoveel mensen naar een Nederlandse dramaserie in de eerste 24 uur na de release, aldus RTL dat daar helaas geen exact cijfer aan hangt. Maar hoe dan ook een mooi compliment aan regisseur/bedenker Will Koopman, die met ‘haar’ Oogappels (BNNVARA) bovendien verantwoordelijk is voor de op één na meest gestreamde serie van 2024 op NPO Start en die ook lineair steevast tussen de 1,5 en 2 miljoen kijkers scoort.
De risicovolle maar zeer geslaagde terugkeer van Gooische Vrouwen en het voortdurende succes van Oogappels, dat zijn 7e en laatste seizoen beleeft, zijn voor BM reden genoeg Will Koopman te eren als Mediapersoon van het Jaar, voor de 34e keer in de historie van dit mediavakblad. Er is geen andere regisseur die de afgelopen decennia zo’n groot stempel heeft gedrukt op Nederlands televisiedrama als zij.
Als Oogappels in 2023 de Gouden Televizier-Ring wint, constateert de Volkskrant over haar: ‘Ze zal het niet willen horen, maar ze is een bruggenbouwer van formaat. Tussen entertainment en topdrama, tussen de commerciëlen en de publieken, tussen de wereld van Ramsey Nasr en die van Linda de Mol’. En als ze in 2022 het Gouden Kalf voor de Filmcultuur ontvangt, luidt de motivatie: ‘Will Koopman heeft haar interesses, haar passies en haar humor als regisseur weten vorm te geven in films en series, die veelal vrouwelijke personages en verhaallijnen kennen, en die daarmee de harten van miljoenen, zéér verschillende Nederlanders heeft weten te veroveren. Niet alleen heeft haar oeuvre beeldbepalende karakters opgeleverd, maar ze is zelf op onnadrukkelijke wijze het icoon van succes geworden. Iemand die weet wat ze wil vertellen, die niet alleen kennis heeft van Gooische vrouwen én mannen, maar weet wat film maken voor een breed publiek betekent’. Daar hebben we helemaal niets aan toe te voegen.
Bron: BM/Jeroen te Nuijl
Foto’s: Dirk-Jan van Dijk