De dubbele jubileumaflevering is op woensdag 1 oktober om 20.00 uur te zien bij RTL 4 en vanaf woensdag 24 september te streamen bij Videoland.
Sinds de allereerste aflevering op 1 oktober 1990 is GTST onlosmakelijk verbonden met RTL. En nog altijd is de serie ongekend populair. Peter van der Vorst, Content Directeur RTL Nederland: “Met 35 jaar aan verhalen, emoties en iconische personages is Goede Tijden, Slechte Tijden een onmisbaar onderdeel van de Nederlandse televisiegeschiedenis. Generaties zijn opgegroeid met de bewoners van Meerdijk en nog steeds weten we dagelijks bijna 1,2 miljoen kijkers te raken. Daar zijn we enorm trots op. Net zoals op het feit dat de serie een springplank is geweest voor de carrières van talloze acteurs. Dit jubileum vieren we niet alleen met de ontroerende jubileumaflevering, maar vooral samen met de trouwe fans die GTST al die jaren in hun hart hebben gesloten.”
De viering van dit jubileum begon de afgelopen maanden al met de terugkeer van verschillende oud-castleden. Het hoogtepunt volgt in de jubileumaflevering, waarin een groot aantal oude bekenden hun rentree in Meerdijk maakt. Hun komst zorgt voor verrassende herenigingen én nieuwe intriges.
De oud-bewoners die terugkeren naar Meerdijk, zijn Charlie Fischer (Lieke van Lexmond), Lucas Sanders (Ferry Doedens), Jessica Harmsen (Katja Schuurman), Dennis Alberts (Koert-Jan de Bruijn), Suzanne Balk (Ingeborg Wieten), Daantje Mus (Liesbeth Kamerling), Noud Alberts (Ruud Feltkamp), Sil Selmhorst (Soy Kroon), Jack van Houten (Mark van Eeuwen), Jef Alberts (Bartho Braat), Robert Alberts (Wilbert Gieske), Stanley Mauricius (Kenneth Herdigein), Tessel van Benthem (Truus te Selle) en Remco Terhorst (Bennie den Haan). De stem van Simon Dekker (Rick Engelkes) is voor de oplettende kijker ook kort te horen. Als klap op de vuurpijl maakt Reinout Oerlemans een comeback in de rol van Arnie Alberts; een terugkeer met een dramatische aanleiding.
Afscheid van een icoon
Jette van der Meij, sinds de eerste aflevering het gezicht van Laura Selmhorst, neemt in de jubileumaflevering na 35 jaar afscheid van haar rol. Daarmee komt een einde aan een tijdperk waarin zij een van de meest herkenbare en geliefde gezichten van GTST was. Idse Grotenhuis, Creative Producer GTST bij NL Film: “Het is een voorrecht om samen met cast en crew aan deze mijlpaal te werken. Het jubileumjaar heeft alles wat GTST zo geliefd maakt: nostalgie, verrassingen, emotie en natuurlijk nieuwe intriges. De terugkeer van zoveel iconische personages is een feest voor de kijker en voor iedereen die ooit betrokken is geweest bij de serie. Tegelijkertijd nemen we afscheid van een van de grootste iconen van Meerdijk, Jette van der Meij, wat dit jubileum emotioneel en zeer gelaagd maakt.”
Producent Roy Aalderink: reality-specialist met oog voor nieuwe BN’ers
Nu is Roy Aalderink 46 en werkt hij als onafhankelijk producent aan zijn eigen programma’s: 7 jaar na oprichting van Concept Street een breed en gevarieerd portfolio aan titels en klanten. Als hij met zijn programma’s als The Real Housewives, Denkend aan Holland, Waku Waku en De Augurkenkoning mensen in hun drukke, stressvolle bestaan maar een béétje ontspanning kan bieden, dan is zijn missie geslaagd.
Dat dit een interview met een van Nederlands weinige strikt onafhankelijke contentproducenten wordt, blijkt pas halverwege het gesprek. Dan vertelt Aalderink min of meer terloops dat hij in de zomer van 2023 het meerderheidsaandeel van het Amerikaanse Metro Goldwyn Mayer aankocht. En daarmee als enige de volledige verantwoordelijkheid over het inmiddels succesvolle productiebedrijf kreeg. Roy Aalderink: “Nu je het zegt inderdaad wel een bijzonder moment. Mooi dat het lukte en tegelijkertijd ook best een verantwoordelijkheid.”
…voor het betalen van alle salarissen, ook als de wind eens niét in de zeilen staat? “Ja, ik voel me gewoon heel verantwoordelijk. Het is belangrijk voor mij dat mensen die hier werken gewoon hun ding kunnen doen en het goed hebben. Eerder zou ik bij mindere tijden altijd nog op MGM kunnen terugvallen, sinds die overname niet meer.”
Waarmaken Hoe ziet een dag van jou als CEO van dit productiebedrijf eruit? “Die begint meestal om kwart voor negen ‘s ochtends. Ik vind het fijn om nog voordat de meeste mensen binnendruppelen even in alle rust mijn mail bij te werken. Verder bezoek ik zenders en view ik de meeste programma’s die wij maken.”
Doe je dat nog steeds zelf? “Ja, dat vind ik belangrijk. Oké, aflevering 38 en 39 van Waku Waku gaan heus weleens direct door naar de omroep, maar vaak ook niet. Ik beloof een klant zelf iets dat ik vervolgens ook echt wil waarmaken. Wat ik grappig vind, is dat je bij televisie iets verkoopt wat op dat moment nog niet bestaat. Een stofzuiger of koelkast kan je even testen, een tv-programma niet. Dan vind ik het fijn als een klant ook zoveel mogelijk krijgt wat ik hem of haar bij de pitch heb beloofd. Misschien ben ik daarin een wat a-typische producent. En ik kán dat, naast de casting van nieuwe personen- en arena’s voor realityprogramma’s, ook doen omdat ik een sterk team om me heen heb. Jan Schots, onze zakelijk directeur en Tiba Prins, Hoofd Producties, houden veel bij mij weg als het gaat om deals met zenders en contracten. Natuurlijk heb ik daar ook mee te maken en vind ik daar iets van, maar het betekent dat ik mij vooral kan richten op creatie en begeleiding van programma’s. Daar ben ik zeg maar voor geboren, dat vind ik het allerleukst.”
Dit klinkt alsof jij je mensen zelf ook in positie hebt staan, oftewel goed kunt delegeren. “Ja, ik denk wel dat zij de vrijheid ervaren om zelf te kunnen handelen en die ook pakken. We zijn geen hiërarchische organisatie, daar hou ik niet van.”
“Wij hebben ook wel een beetje een onderbuikgevoel voor dit soort werelden en karakters”
Op jouw kantoor hangen posters van veel series waarvan inmiddels een derde – The Real Housewives, vierde – De Augurkenkoning, zevende – Denkend aan Holland en zelfs dertiende – Familie Gillis: Massa is kassa-serie is besteld. Volume en omzet die je bedrijf fors heeft doen groeien. Hoe verklaar jij de populariteit van deze reality-series? “Daar zijn denk ik meerdere redenen voor. Het is gewoon een populair genre op dit moment. Je hebt snel reuring door die reality-karakters en daarmee aandacht voor een programma. Het zijn een soort nieuwe BN’ers. Dat poeltje is in Nederland klein, dus die zijn welkom.En deze programma’s zijn, afgezet tegen bijvoorbeeld studioprogramma’s, relatief goedkoop.”
Ethische grens Wil je daarmee zeggen dat jullie dankzij een combinatie van goed scorende en relatief goedkoop produceerbare programma’s afgelopen jaren flink kónden groeien? “Ja, en wij hebben ook wel een beetje een onderbuikgevoel voor dit soort werelden en karakters, denk ik.”
Die karakters zullen je soms ook de nodige hoofdbrekens kosten. Neem Peter Gillis, hoofdpersoon uit de SBS reality-serie Familie Gillis: Massa is Kassa, die regelmatig in het nieuws is wegens controversiële zaken als mishandeling en belastingfraude. Waar ligt hier voor jou een ethische grens? “In dit soort situaties handelen we op basis van onze eigen waarnemingen en bevindingen, die van de betrokken programmamakers en overleggen we altijd met de zender. In het uiterste geval ligt de ethische grens voor ons bij een al dan niet veroordeling door een rechtbank.”
Hoe konden jullie in een fors gevulde Nederlandse producentenwereld je zo binnen dit reality-genre specialiseren? “Misschien omdat ik zelf ook echt oprecht geïnteresseerd ben in die werelden. Met Frans Bauer maakte ik mijn allereerste real life-soap toen ik voor Eyeworks werkte. Frans bleek de allergrootste fanclub van Nederland, zelfs van de Benelux te hebben. Met meer fans dan bekendere artiesten op dat moment. Dus het was een verborgen parel. Veel mensen wisten het niet, maar er was dus al sprake van een massapubliek. De Bauers werd een groot succes omdat mensen het herkenden óf zich verbaasden. En als je die beide groepen kijkers hebt, dan heb je een hit. Nog steeds vind ik het leuk om in nieuwe werelden te kijken of we dat met een programma kunnen bereiken. Als ik mensen in hun drukke, stressvolle bestaan maar een béétje ontspanning kan bieden, dan is mijn missie geslaagd.”
The RealHousewives van het Zuiden Welke nieuwe arena kunnen we binnenkort van jullie verwachten? “Een serie voor Videoland, The RealHousewives van het Zuiden verschijnt in het voorjaar.Met Marjan Strijbosch, Ramona Koonings en andere ondernemende vrouwen in Brabant en Limburg via wie je als kijker in een wereld van grote villa’s en eigen bedrijven terechtkomt. Waar de vrouwen events in kasteeltjes bezoeken en waar paardensport een rol van betekenis speelt. Heel wat anders dan de hipste appartementen en restaurants uit de The Real Housewives dat in Amsterdam en omstreken wordt opgenomen.”
Eigenlijk speel je hiermee dus in op een trend die ook binnen de publieke omroep is ingezet: meer aandacht voor verhalen uit de regio. “Ja, die regio is behoorlijk belangrijk. Ik kom zelf uit Twente. Uit Westerhaar, een dorpje met 4000 inwoners. Intrinsiek ben ik daardoor waarschijnlijk nog steeds met die regio bezig. Mijn vader en broer hebben er een poedercoatingbedrijf. Voor bumpers van vrachtwagens en interieurs voor supermarkten. Best een grote fabriek en die herkennen zich dus enorm in onze workplace reality. In hoe het personeel van eigenaar Oos Kesbeke in De Augurkenkoning met elkaar aan het schaften is. Dus kijken ze daar graag naar.”
“Een goeie reality-arena biedt meer dan alleen een karakter”
“Maar ook mensen buiten het MKB zien deze serie graag. Die verbazen zich erover en gaan een beetje houden van Daan, de jongen die als een soort Speedy Gonzales met grote rubberen laarzen pijlsnel door de fabriek heen en weer loopt. Op straat wordt hij inmiddels herkend. Net als de zoons van Oos. Een goeie reality-arena biedt meer dan alleen een karakter. Het heeft ook een eigen wereld waarvan je als kijker iets kunt leren. Waar je misschien al iets van wist, maar nog niet alles. Neem het zuur. Ja, jij begint al te gniffelen, dat had ik natuurlijk ook. Maar iedereen heeft weleens een augurk gegeten, of weet wat dat is. Je herkent het, maar weet niet precies hoe het er daar achter de schermen eraan toe gaat. Inmiddels is De Augurkenkoning met gemiddeld 700.000 kijkers een van de meest succesvolle programma’s van RTL 5. Oos en zijn medewerkers zijn ook op social media uitgegroeid tot cultfiguren.”
Moeras …die voor een zender met relatief laag budget reuring en een mooi marktaandeel kunnen realiseren? “Inderdaad, daarom is er ook alweer een derde seizoen.”
Met relatief veel recurring series zou je denken dat ook publieke omroepen zich bij jou melden voor zo’n reality-serie. “Dat valt wel mee, ik pitch niet meer zoveel bij de NPO. Het succespercentage van die gesprekken is de laatste tijd nogal laag gebleken. We hebben er echt goede plannen neergelegd, maar te veel verzandt er vervolgens in een moeras.”
Dus probeer je het niet meer en pitch je vooral bij je vaste commerciële klanten? “Daar komt het wel op neer ja. De besluitvorming verloopt daar sneller en dat is soms nodig als je een trend of moment wilt pakken.”
Jij bent niet in de MKB-voetsporen van je vader en broer getreden. Wist je al jong dat je bij de televisie wilde werken? “Ja. Als jongetje van zeven stuurde ik de omroepen al brieven. Met de vraag of ik bij ze mocht werken, al wist ik zelf nog niet als wat. Meestal kreeg ik een afwijzing én een sticker terug. Op een gegeven moment had ik in de schuur van mijn vader een kast die helemaal volgeplakt was met die stickers. Uiteindelijk ben ik in Groningen Communicatiewetenschappen gaan studeren en mocht ik bij Eyeworks een praktijkstage lopen. Eindelijk kreeg ik de kans om formats uit te schrijven en programma’s te ontwikkelen. Ik wist niet eens dat zoiets bestond…”
Vakidioten Je bent dus opgeleid door mensen als Reinout Oerlemans. De producent die na succesvolle verkoop van Eyeworks voor een door de NOS op 200 miljoen geschatte overnamesom aan Warner Bros. naar de VS emigreerde om zijn producentschap daar internationaal voort te zetten. “Ja, als ik terugkijk, heb ik van de mensen die mij toen begeleidden van hem het meest geleerd.”
Waar zat ‘m dat in? “Het was denk ik vooral de enorme energie die van Reinout, maar ook van Robert van den Boogaard en Ronald van Wechem uitging. Het bruiste daar met dat trio. Het waren echt vakidioten waar de creativiteit vanaf spatte! Ze hadden een goed gevoel voor de markt, voor trends, voor onderwerpen en waren daarnaast zakelijk sterk. Zij hebben mij echt gevormd.”
Na een carrière als formatontwikkelaar bij Eyeworks, aansluitend producent/directeur bij Palm Plus, Zodiak Nederland en Strix met titels als The Undateables, Fort Boyard, Masterchef en Expeditie Robinson werd het dus tijd om 100% zelfstandig producent te worden. Hoe hou jij je als middelgrote producent staande tussen collega-producenten als Banijay Benelux en Fremantle? Bedrijven die onderdeel zijn van grote internationaal opererende producenten met ook voor de Nederlandse markt beschikbare formatbibliotheken. “Die start van Concept Street in 2018 was uitdagend omdat snel na de oprichting –destijds samen met collega Peter Lubbers die sinds 2020 CEO van Banijay Benelux is – Covid kwam opzetten. Programma’s die we op festivals en in ziekenhuizen draaiden, moesten stoppen. In plaats daarvan lukte het om Ik Durf Het Bijna Niet Te Vragen – een programma voor BNNVARA met prikkelende vragen aan mensen uit bijzondere subculturen – en voor Discovery Channel een serie over het leger in haar strijd tegen corona te gaan produceren.”
Discovery Nou noem je een klant, Discovery Channel, waarvoor jullie als Concept Street al relatief lang en frequent produceren. Ligt een oorzaak voor jullie groei ook in de spreiding van klanten en daarmee ook het beheersen van risico’s als onafhankelijk producent? “Ja, dat klopt. In onze laatste Discovery-titel Jeroen’s Abandoned Adventures, ook te zien bij HBO Max, bezoekt Jeroen van Koningsbrugge samen met urban explorer Bob Thissen overal ter wereld verlaten gebouwen, bunkers en niet geruimde overblijfselen die zij vervolgens van binnenuit onderzoeken.”
“Mijn ambitie is wel om juist méér voor de publieke omroep te gaan doen”
De première van die titel trok bij Discovery ruim 200.000 kijkers, wat sinds 2016 met Running Wild van Bear Grylls niet meer was voorgekomen. Is de nieuwe serie al besteld? “We zijn erover in gesprek. Ik weet dat we inmiddels bekend staan als reality-producent, maar we doen natuurlijk meer. Zo produceren we voor Z@pp al 3 seizoenen de succesvolle quiz Waku Waku, hebben we verschillende human interest-titels in ons portfolio, maar ook documentaires zoals De Tokkies: 20 Jaar Later, een serie over kledingmerk Daily Paper (Prime Video) en Jomanda, Lady of the Light (HBO Max).”
Is de noodzaak om ook bij publieke omroepen te blijven pitchen daarmee nog verder uit het zicht? “Nee, mijn ambitie is wel om juist méér voor de publieke omroep te gaan doen. Dat doen we nu te weinig, terwijl we daar echt al successen hebben neergezet. Neem Denkend aan Holland, de serie met André van Duin en Janny van der Heijden waarmee we ruim anderhalf miljoen kijkers per aflevering bereiken. Ik denk bijvoorbeeld ook dat wij, gezien onze ruime ervaring met het werken voor streamers, kunnen bijdragen aan de groei van NPO Start.”
Fort Waarom zijn jullie series daar nu dan maar mondjesmaat te zien? “Dat ligt denk ik toch aan de organisatiestructuur daar. Het is nogal een fort om binnen te komen. De selectieprocessen duren lang en als je hetzelfde idee dan ook ergens neer kan leggen waar het sneller gaat, dan denk je: ‘Nou ja, dat loket sla ik een beetje over’. De succesrange in het pitchen pakte hier afgelopen jaren niet heel goed uit. Het is ook een psychologisch iets. Als je 10 keer achter elkaar nul op het rekest krijgt, dan denk je: ‘Dit heeft geen zin, we gaan wel andere loketten bedienen’. Maar dat is jammer. Eigenlijk moeten we er gewoon weer eens wat vaker gaan pitchen. De laatste producentenbriefing werkte goed. Dan wordt een heel concrete vraag gesteld voor een bepaald tijdslot en een helder omschreven doelgroep. Alleen is het nadeel dan dat iedereen daarop gaat ontwikkelen waarmee de succesrate van elke producent dropt.”
Als je in de loop van 2025 tenminste als producent nog zelf bij de NPO mag blijven pitchen. In de 50 aanbevelingen van Commissie Van Geel over de toekomst van de publieke omroep staat: ‘Wij adviseren om externe producenten hun ideeën voor media-aanbod alleen bij omroepverenigingen te laten pitchen. Het aanbieden van programma-ideeën bij de NPO is niet logisch in een zuiver ingericht extern pluriform model en draagt in praktijk bij aan concurrentie tussen de NPO en de omroepen en tussen de omroepen onderling. De NPO beoordeelt dan alleen media-aanbod dat via de omroeporganisaties wordt aangeboden’. “Oh ja? Daar weet ik niks van. Dat moet ik dan ook eens gaan lezen.”
In hoeverre ervaar jij als producent concurrentie op de ontwikkeling en plaatsing van NPO-formats met de omroepen zelf? “Je ziet dat omroepen genres als journalistiek zelf coveren. Daar concurreren we niet echt op. Wel zie je dat omroepen zich steeds meer tot productiehuizen ontwikkelen. Willen zij zich echt nog breder profileren, dan kan dit wel spannend worden.”
Last but not least: waar droom jij van? Wat zou je als producent nog graag bereiken? “Een eigen reality-format dat vervolgens de wereld over kan. Om ons bedrijf nog verder vooruit te helpen en te doen groeien.”
Bron: BM/Ellen Danhof Fotografie: Roland J. Reinders
De Business Days, op 30 september en 2 oktober, zijn het platform voor professionals die op zoek zijn naar nieuwe inzichten en kansen in de snel veranderende mediawereld. Onder het thema Level Up! bieden deze dagen keynotes, workshops en paneldiscussies die inzicht geven in hoe technologie de media- en contentcreatie transformeert.
Opening door Reinout Oerlemans
Reinout Oerlemans, oprichter van Eyeworks en voorzitter van 3BMG, opent de eerste Business Day met een keynote waarin hij de kansen en uitdagingen van nieuwe technologieën, zoals AI, belicht. Oerlemans richtte in 2001 het productiebedrijf Eyeworks op, bekend van succesvolle programma’s als Flikken Maastricht en de Nationale IQ-Test. In 2014 verkocht hij Eyeworks aan Warner Bros, een deal die hem internationaal op de kaart zette. Tegenwoordig is hij actief als voorzitter en Chief Creative Officer van 3BMG (3 Ball Media Group), een internationaal productiebedrijf.
Naast Oerlemans delen tijdens de Future of Content Creation op 30 september diverse internationale experts hun visie op de toekomst van media, zoals Ezra Eeman (NPO), AI-kunstenaar Jeroen van der Most duikt in Innovative Storytelling, en sprekers als Nicole Yershon en Nicoletta Iacobacci behandelen de ethische aspecten van AI in een interactieve workshop. Kerrie Finch, Tanya Ponomareva (GoSpooky), en Lars Bastholm (The Scandinavian Creative AI Summit) delen hun inzichten over de integratie van XR en AI in mediacampagnes voor maximale impact.
Deze dag behandelt hoe technologieën zoals AI, VR en AR de manier waarop we media produceren en consumeren transformeren. Deze experts zullen vragen beantwoorden zoals: Wat zijn de verdienmodellen voor podcasts? Hoe verandert AI de rol van reclamemakers? Wat voor invloed hebben algoritmes op de consumptie van nieuws? komen aan bod. Deze dag staat in het teken van innovatieve contentmodellen, nieuwe programmaformats zoals virtual- en augmented reality, en de cross-overs tussen traditionele en nieuwe media.
Business Day: Building a Trusted Media Landscape
Op 2 oktober verschuift de focus naar het thema Building a Trusted Media Landscape. Deze dag staat in het teken van de groeiende invloed van Big Tech op de media. Hoe beïnvloeden dataverzameling en algoritmes de manier waarop nieuws wordt verspreid en geconsumeerd? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat het medialandschap betrouwbaar blijft in een tijdperk van desinformatie en manipulatie?
Maria Farrell laat zien hoe de ecologische principes toegepast kunnen worden op de digitale wereld om het internet te hervormen, terwijl Arno Otto (Stichting Nederlandse Datakluis) en Ian Forrester (BBC) ingaan op data-eigendom en de regie over je eigen gegevens. Irene Costera Meijer en Edmund Lauf (Commissariaat voor de Media) bespreken het vertrouwen in de journalistiek, en Gwenda Nielen (Tilt) en Julia Janssen bieden strategieën tegen manipulatie via algoritmen.
Karlijn Goossen (NPO) en Mark Veeningen (Talpa) presenteren de plannen van de Nieuwsgroep om het vertrouwen in media te versterken en Stichting Nederlandse Datakluis introduceert de live pilot van Jouw.id.
Tickets
Tickets voor de Business Days zijn verkrijgbaar voor € 75,- excl. BTW per dag en € 125,- voor beide dagen. Lezers van BM kunnen een korting krijgen van 10 procent via deze link. Bekijk het volledige programma hier.
Evenblij strikte Reinout Oerlemans voor zijn eerste interview in acht jaar. Voor het eerst sinds de verkoop van zijn Eyeworks en zijn dramatische hartaanval laat Oerlemans camera’s toe in zijn privé-leven. En als hij iets doet, doet hij het goed. In deze special van 50 minuten laat hij alles zien: zijn huis, zijn bedrijf, zijn leven, zijn trots, zijn zorgen en zijn verdriet.
Evenblij maakt Vrienden met Reinout Oerlemans is vrijdag 9 september om 21.25 uur bij BNNVARA op NPO 1 te zien. Daarnaast ontmoet Frank Evenblij dit seizoen ook Ilse DeLange, over haar succes als muzikant en haar tv-carrière in Duitsland, wijnboer Ilja Gort die zijn chateau in de Bordeaux overdraagt aan zijn zoon, het relaas van oorlogskind en atletiek-sensatie Abdi Nageeye en het sprookje rond zangeres Karsu, die Turkije aan haar voeten kreeg om haar vader te eren.
Frank Evenblij: “Ik vind het echt geweldig om van deze mensen de tijd te krijgen ze beter en ook op een andere manier te leren kennen. Dit programma is een droom en ik hoop het nog jaren te mogen maken.” Evenblij maakt Vrienden is een coproductie van BNNVARA, The Media Brothers en Binky TV.
“In deze documentaire bekijken we de vooroordelen en taboes die er zijn over gigolo’s en hun klanten”, aldus de maker. Bleekemolen volgde drie verschillende gigolo’s die werkzaam zijn als high class escort. Gigolo is geproduceerd door ITV Studios.
De gigolo’s doen het werk naast hun fulltime baan. De mannen moeten er wel een baan bij hebben omdat niet al te veel vrouwen bereid zijn hun portemonnee te trekken voor seks. En voor een gigolo uit het hogere segment ben je al snel 400 à 500 euro per twee uur kwijt.
De 24-jarige Bleekemolen begon zijn carrière op twaalfjarige leeftijd als stagiair bij Eyeworks, het bedrijf van Reinout Oerlemans. Op zijn achttiende leverde hij zijn eerste speelfilm af, Fataal, over een twintiger die slachtoffer wordt van zinloos geweld.
Credits Gigolo
Opdrachtgever: Videoland
Productiebedrijf: ITV Studios
Productieleiding: Jurgen Hoogenberk
Regie: Jesse Bleekemolen
Programmamanagement Videoland: Jan Boelen
Montage: Synco Scholvinck
Camera: Casper van Oort
Geluid: Kevin Marijnissen
Lengte (in minuten): 52
Aantal afleveringen: 1
Aantal draaidagen: 11
Datum eerste uitzending: 20 april, Videoland
‘Kijkers naar televisie kennen grofweg twee namen: die van het uithangbord en die van de producent. De voorkant en de achterkant. De voorkant heet André of Chantal, Carlo of Irene, Ivo of Jinek. Aan de achterkant kleeft de titel van de kassa. Zeg Talpa, oftewel John de Mol: vermogen 2,4 miljard. Joop van den Ende: vermogen 1,7 miljard. Reinout Oerlemans: ik heb werkelijk geen idee, 170 miljoen, en René Stokvis, jullie weten wel, Schiet ‘m erin, Vlieg er eens uit, Plak ‘m erop, Trek aan de bel en dat Te land, ter zee en in de lucht: 35 miljoen.
Wat dat betreft is Stokvis maar een sardientje in de vermogens-zee van televisie tycoons.
Maar nu het vermogen van de makers van het werk, dat deze heren en anderen zo puissant rijk hebben gemaakt. Hun vermogen is SCHEPPEN! Dat doen wat de vermogende tycoons niét kunnen, namelijk het praktisch omzetten van een idee tot een uitzendbaar programma. De mannen en vrouwen die met elkaar televisie maken.
Volwassen titelrollen
In het begin van mijn actieve televisieperiode in Nederland was het gebruikelijk dat op de aftiteling alleen de decorontwerper en graficus werden vermeld. In Duitsland, waar ik vanaf 1966 programma’s ging maken, was het vanzelfsprekend dat de crew op de aftiteling stond. Ik heb daar in Nederland, samen met anderen, ook voor geijverd. Steeds een paar namen erbij en uiteindelijk kregen we volwassen titelrollen. Er werd weliswaar geen fortuin aan verdiend, maar het legde wel de credit waar die ook thuishoort.
Er was altijd wel gedoe over naamsvermelding op aftitelingen. ‘Wat heb je eraan als kijker?’ ‘Wie interesseert zich nou voor al die namen’? Dat is in zekere zin ook wel waar natuurlijk. Bij de aftiteling van een film in de bioscoop loopt de zaal leeg. Ik hoor ook wel regisseurs die het om persoonlijke redenen helemaal niet erg vinden dat hun naam niet zichtbaar is. Anderzijds is het voor de mensen die hun ziel en zaligheid leggen in het maken van een programma een vorm van waardering en een visitekaartje.
Tegenwoordig wordt, behalve het uithangbord en de producent, in heel veel gevallen niemand meer vermeld. Ik kijk naar Matthijs Gaat Door, zie daar een eigen, zich onderscheidende dynamische regie van mijn oude editor en schakeltechnicus Henk van Engen, prachtig camerawerk, muziek die klinkt als een klok en een belichting die stemmingen omvat van feestelijk tot ingetogen, maar aan het eind van het liedje staat op de aftiteling alleen de naam van de producent. Het dedain voor de studiovloer is daarmee wel voltooid.
Selectieproces
Heeft dat invloed op de inzet bij programma maken? Ik hoop van niet. Wederzijds respect en waardering, zowel voor persoon als talent, tussen crew en regisseur, is allesbepalend voor het eindresultaat. Toen ik begon, bleek vrij snel dat de crew die bij mij paste, ontstond uit een natuurlijk selectieproces. The Origin of Species zegt: Struggle for life, survival of the fittest. Dat geldt zeker ook voor gedreven programma maken.
Als je internationaal werkt, word je steeds opnieuw geconfronteerd met een nieuwe crew. Mijn eerste producties in Duitsland waren in 1966 voor ZDF. In Studio Hamburg heb ik alles bij elkaar zo’n vier jaar gewerkt met een vaste crew. Jong, ambitieus, gedreven. Een familie. Heerlijke tijd. In 1968 begon ik bij de WDR, de grootste zender van de ARD. Die bestond toen uit negen zenders met allemaal een mediapark met minstens de omvang van wat we hier hebben. Elke omroep met een eigen manier van werken. Met de wil en de gedrevenheid zat het wel goed, maar de snelheid, efficiëntie en kwaliteit was nogal wisselend.
Ik kon de komende twee
uur in de kantine zitten,
zodat hij licht kon maken
In Baden Baden bij de Südwestfunk maakte ik een show met Michael Schanze. Meerdere gründlich gedetailleerde voorbesprekingen. We gingen de studio in, ik repeteerde het eerste nummer en kreeg toen van de Lichtsetzenden Kameraman te horen dat ik de komende twee uur in de kantine kon gaan zitten zodat hij licht kon maken. Ik wist niet wat ik hoorde. Daarmee haal je de flow uit een productie, dus dat kon natuurlijk niet.
Het café in
In Parijs werkte ik met de ORTF. In het Olympia-theater van Bruno Coquatrix ging ik een show opnemen met Mireille Mathieu. De reportagewagen zou om 13.00 uur aankomen en tussen 15.00 en 18.00 konden we dan wat repeteren. De reportagewagen kwam pas om 15.00 uur en de crew rende meteen het café in. Daarna bouwen en tegen 17.00 uur had ik een plaatje. Nou bleek dat de brandweer voorschreef dat camera’s maar aan één kant van de zaal mochten staan. De techniekchef had besloten om twee camera’s dan maar rechts te zetten, want dat deden ze daar nou eenmaal altijd.
Dat die twee camera’s aan één kant stonden, zat me niet lekker. Coquatrix erbij gehaald, babbel, babbel, babbel, haalde niks uit. Toen dacht ik: als ik nou de scanning van één camera niet van links naar rechts, maar van rechts naar links omdraai, dan lijkt het net alsof ik dat zangeresje met die enorme Piaf-strot zowel van links als van rechts aanschiet. De chef techniek deed niet moeilijk, pakte een soldeerbout en draaide de scanning om.
De wat oudere cameraman, die waarschijnlijk al een paar Pernodjes achter de kiezen had, raakte in paniek, dacht wellicht dat het delirium had toegeslagen en vulde de intercom met een ongekend repertoire aan vloeken. Hij snapte niet waarom het beeld naar rechts ging als hij naar links pande. Als ik riep: Grand plan a droite, dan ging hij gegarandeerd eerst de verkeerde kant op en dan in een lawine van vloeken en uiteenspattende merdes kwam er een shot. Het was een hele bijzondere ervaring.
Hoog niveau
Door de manier van werken (snel, veeleisend) ontstond in Nederland in een aantal disciplines – met name handcamera, schakeltechniek en digital effects – een periode van ongeëvenaard hoog niveau. Zonder die toppers had ik in Duitsland een aantal producties niet kunnen maken zoals ze zijn geworden. Ik denk aan Alex Bordewijk, Johan van Elk, Ruud Stienen, Theo Joosten, Media Diamant-winnaar Berto, Han Budding, Frank Enkelaar, Henk van Engen en ik doe er vast een paar te kort. Daarvoor excuus.
Een goede crew legt een ziel in een productie. Een goede crew is als een familie die om elkaar geeft. Een goede crew heeft een pater familias en een mater. Die mater was voor mij vele jaren Myra van der Werff. Zij was de mitraillette die niet alleen tweehonderd shots per minuut kon cuen, maar ze was ook de moeder van de familie. En zoals in elke familie ontstond er door stress of wanhoop weleens wat spanning. Dan was mijn hoofd Geluid Wil Zuiderduijn er als de kippen bij om een bandje af te draaien met een scabreuze tekst of een luide boer. Daarmee ontsnapte de perslucht uit de ballon en kon iedereen weer opgelucht ademhalen. Diezelfde Wil serveerde, gekleed als vrouw Antje, blokjes kaas, terwijl Bert Majoor met een haringkraam de vloer opkwam en een visje uitdeelde. De eisen waren hoog, er was stress, maar ook oneindig veel plezier en voldoening.
Zeker twintig jaar heb ik als mijn number one op camera gewerkt met Ruud Stienen. Ruudje stelde de ploeg samen en bepaalde wie er wel en niet in thuis hoorde. Als mijn programma’s er qua camerawerk uitsprongen, dan is dat vooral te danken aan zijn oog voor cameratalent en zijn persoonlijke hoge eisen aan dat prachtige vak. Ruud overleed op 10 augustus. Een kleine man, maar een gigant in zijn vak. Daarom tot slot een eresaluut voor Ruud Stienen.’
Manon van der Hoek geeft meteen haar visitekaartje af: “Ik heb een enorme passie voor deze industrie. Als ik naar mijn voorgangers kijk, zijn dat zelf producenten geweest die van de vloer komen. Dat ik dit nu vanuit mijn juridische achtergrond mag doen – maar ik zit er niet als jurist hè! – voelt wel heel goed. Ik vind het hartstikke leuk het ambacht van de producenten te kunnen vertegenwoordigen, juist nu het zulke spannende tijden zijn.”
Je zou ook kunnen denken: dit is niet bepaald het beste moment om aan zo’n voorzittersfunctie te beginnen.
“Het is wel intensief, ook in mijn ‘gewone werk’ bij Fremantle is echt sprake van topdrukte. En dat hoor je eigenlijk van iedereen. Maar ik voel: we staan op een keerpunt, er gaat heel veel veranderen. We moeten intern, in Den Haag en in het buitenland écht met elkaar samenwerken om in die top 3 van formatexporterende landen te blijven, maar ook op het gebied van scripted mee te gaan met de ontwikkelingen. Je ziet dat de Scandinavische landen, die al tien jaar lang echt in scriptontwikkeling investeren en scenarioschrijvers goed betalen, ons eigenlijk voorbijschieten. In België heb je tax shelters waardoor veel wordt geïnvesteerd. Dus ik denk: verdorie, we moeten wel echt stappen maken. We kunnen niet op onze lauweren rusten en afwachten wat er allemaal op ons afkomt.”
Eyeworks
Ze mag dan zelf geen achtergrond als programmamaker hebben, Manon van der Hoek is wel degelijk vertrouwd met de productiesector. “Na mijn rechtenstudie in Groningen zei een professor, die overigens ook de scriptiebegeleider was van Wilfred Genee, tegen me: ik heb contacten bij Endemol, ze zoeken daar een jurist, is dat iets voor jou? Zo kwam ik daar terecht als junior. Leuk, maar ik wilde een bredere basis in de advocatuur, waarna ik vier jaar bij een middelgroot kantoor in Enschede heb gewerkt. Toen ik een vacature bij Eyeworks langs zag komen, dacht ik: daar staat mijn naam boven!”
Van der Hoek ging als 29-jarige aan de slag bij het snelgroeiende, ondernemende bedrijf. “Een sprong in het diepe, waarbij ik al snel veel verantwoordelijkheden kreeg en uiteindelijk hoofd juridische zaken werd. Een mooie tijd onder leiding van de drie ‘R-en’ (Robert van den Bogaard, Ronald van Wechem en Reinout Oerlemans, red.) met talloze deals en overnames, waarbij ik veel heb geleerd en lol heb gehad. Na de overname door Warner Bros. ben ik gebleven en business director geworden van de scripted afdeling, films vooral. Vervolgens sprak ik Georgette Schlick een paar keer in NCP-verband en vroeg ze mij naar Fremantle te komen. En Georgette kan best overtuigend zijn, dus daar ging ik… Wat ik ook leuk vond: bij Fremantle kreeg ik te maken met de combinatie van scripted en non-scripted en zat ook België erbij. Ondanks dat ik met ongelooflijk veel plezier terugkijk op de Eyeworks- en Warner-tijd en de collega’s, heb ik er geen seconde spijt van gehad”, aldus de huidige director business en legal affairs.
Enthousiast
NCP-directeur Arie Landsmeer, ook aanwezig bij het gesprek, schiet in de lach: “Grappig dat je dat vertelt, want ik ben ook door Georgette gestrikt, maar dan voor de NCP. En dan wil ik meteen even benadrukken dat Manon er echt met kop en schouders bovenuit stak toen de opvolging van Willem Zijlstra als voorzitter ter sprake kwam. Ik was daar eerlijk gezegd best verbaasd over. (Grijnzend) Producenten blijven natuurlijk eigenheimers, maar niemand heeft gezegd: ze is geen producent, wat moeten we met haar? Iedereen was heel enthousiast en ook erg blij dat Manon het wilde doen.”
Van der Hoek: “Het fijne is dat iedereen in het bestuur zijn of haar eigen expertise heeft en we elkaar mooi aanvullen. Creatieven willen gewoon maken, klaar. Maar dan is het wel handig wanneer iemand zegt: als je dít nu afspreekt, betekent het wel dat je volgens de voorwaarden dát niet meer kunt doen. Ik vind het leuk om van producenten te horen waar ze tegenaan lopen en ben dan van de dealmaking.”
“Laten we nou eens afspreken
hoeveel omroepen moeten
besteden bij producenten”
Er ligt veel op je bord. Wat heeft topprioriteit?
Van der Hoek: “De zogeheten Samenwerkingscode, die moet voortvloeien uit het overleg tussen de publieke omroepen, de NPO, het ministerie van OCW en de producenten.”
Landsmeer: “Eén van de punten is: laten we nou eens afspreken hoeveel omroepen moeten besteden bij producenten. Als we dat nu op een bepaald minimum niveau houden, dan heb je daar in elk geval geen omkijken meer naar. In zijn brief van alweer anderhalf jaar geleden heeft minister Slob gezegd dat de positie van buitenproducenten moet worden verbeterd en is de bestedingsverplichting van 16,5 naar 25% gegaan. Nu gaat de discussie nog over de grondslag waarover: is dat over het hele NPO-budget van ruim een miljard, over de ongeveer 740 miljoen die de NPO krijgt van OCW of over een lager bedrag?”
Rompslomp
Van der Hoek: “Succesvolle formats komen voor 90% bij buitenproducenten vandaan, dat vraagt om zoveel mogelijk duidelijke randvoorwaarden en spelregels. De NCP zegt: als iets een succes is, moet het wereldwijd uitgerold kunnen worden en producenten zijn daar zelf heel goed in. Maak dan vervolgens afspraken over hoe omroepen daarvan kunnen meeprofiteren. Zo houdt iedereen zijn core business. Maar er ontstaat nu veel te veel administratieve rompslomp; twintig, dertig, veertig pagina’s voor een contract is niet ongebruikelijk, ik weet er alles van. Laten we nou heldere afspraken maken die voor iedereen leesbaar en begrijpelijk zijn.”
Als het gaat om programmarechtenexploitatie zit het publieke Dutch CORE op het vinkentouw. Wringt het daar ook?
Landsmeer: “Zeker. Dutch CORE kan voor een aantal producenten heel handig zijn omdat ze via hen programma’s in het buitenland kunnen verkopen, maar veel producenten zijn daartoe zelf veel beter in staat. Wat je in elk geval niet wilt, is gedwongen winkelnering. Daarnaast kun je vraagtekens zetten bij de 30% fee die Dutch CORE in rekening brengt. De discussie daarover krijgt waarschijnlijk ook zijn weerslag in de Samenwerkingscode.”
Van der Hoek: “Als ik kijk naar de historie en de praktijk vanuit Fremantle: we hebben een grote internationale tak met top of the bill professionals uit de hele wereld die elk gebied en alle betaalde prijzen kennen. Dan kun je hier wel flink gaan investeren, maar dat ga je dan echt niet beter doen. Alleen in bepaalde niches, zoals films, kan het misschien wel werken.”
Meeliften
Moet de NCP die rechtenexploitatie niet gewoon zelf ter hand nemen, als brancheclub?
Beiden in koor: “Nou, dat is weleens geopperd. Het zou best kunnen dat we daar weer eens naar kijken, maar zoiets opzetten, kost veel tijd en energie; en het is onze core business niet. Als je ziet hoe kostenefficiënt die grote partijen dat doen, met al die contacten en expertise, dan kun je daar waarschijnlijk beter op meeliften, een marktconforme fee mee afspreken en de opbrengsten verdelen tussen zender en producent.”
“Onze focus is: Nederland is
een land om van te kopen,
maar ook om naartoe te komen”
Een ander cruciaal thema dat de NCP-gemoederen bezighoudt, is het opzetten van een zogeheten Garantiefonds. Van der Hoek: “De pandemie is niet te verzekeren, dus onze leden lopen echt enorme risico’s. Als een productie wegens corona uit- of stilvalt, dan kijken ze aan tegen enorme meerkosten. We zijn nu naar een goede balans aan het zoeken tussen zenders en producenten om in navolging van de filmwereld tot een Garantiefonds te komen, ook in afstemming met OCW.”
“Wat me soms wel stoort, is dat je een soort framing ziet van producenten versus andere makers, dat het twee verschillende groepen zijn”, vult Landsmeer aan. “Dat is onzin, een waanidee; we zijn onderling van elkaar afhankelijk, we willen allemaal blijven produceren. Het besef dat we dezelfde richting op willen, zou er meer moeten zijn, ook bij de omroepen.”
Groeien
Van der Hoek knikt. “We zitten met de hele branche in hetzelfde schuitje, met in totaal twintigduizend banen waarvan tienduizend zzp’ers. Die willen we echt behouden en liever nog flink laten groeien. Als je ziet dat zo’n klein land met relatief zo weinig middelen al zo goed op de kaart staat, dan vind ik dat fantastisch en gaat het over de hele linie eigenlijk best goed. We kunnen nooit concurreren met de mondiale budgetten, dus we moeten dat creatief en op een slimme manier aanpakken, dat moeten we blijven behouden. Onze focus is: Nederland is een land om van te kopen, maar ook om naartoe te komen. Zoals de film Dunkirk gedeeltelijk in Nederland, op Urk, is opgenomen; dat dient als lichtend voorbeeld. En dat we voor de streamingpartijen interessant blijven.”
Landsmeer: “Daar zit een investeringsverplichting aan te komen, waarbij de streamers een gedeelte van hun in Nederland gehaalde omzet, waarschijnlijk 6%, ook hier weer moeten investeren. Dat voorstel ligt nog steeds bij het ministerie, maar de verwachting is dat het nieuwe kabinet dit heel snel zal behandelen, want het komt voort uit een politieke wens. Ondanks het feit dat die verplichting er nog niet is, investeren die partijen al wel behoorlijk.”
“We hebben gelukkig ook nog steeds een goede naam als testmarkt. Als het in Nederland werkt, werkt het ook vaak in andere landen”, beseft Van der Hoek. “Uiteindelijk willen we product dat scoort en investeringen in nieuwe ideeën, en daar hebben we elkaar allemaal bij nodig. Als een producent Nederland beter op de kaart zet, liften we daar ook weer allemaal op mee, blijft onze proeftuinfunctie in stand en komt er geld deze kant op; dat is wat we willen.”
Volwaardige rol Waar moet de NCP over pakweg drie jaar staan, wanneer ben jij tevreden?
“Als we onze positie in de top 3 van formatexporterende landen hebben weten te behouden en te versterken, als die twintigduizend banen in onze branche er nog steeds zijn, met liefst nog een schepje erbovenop, én als we in de driehoek Den Haag-Hilversum-buitenland een volwaardige rol spelen. Als we kunnen laten zien dat Nederland nog steeds die onderscheidende content heeft en dat daar echt in wordt geïnvesteerd. En het liefst begint dat al bij de ontwikkeling van nieuwe ideeën.”
“We hebben echt een
serieuze missie, ik doe
dit er niet eventjes bij”
Landsmeer: “En ter aanvulling: de NCP móet binnen het gehele bestel echt een volwaardig gesprekspartner zijn als het gaat om de producenten. Dat gaat gelukkig steeds beter. Als je ziet waar we vandaan komen sinds de tijden van de OTP, dan is al veel bereikt en zitten we aan tafel bij OCW, EZK, Financiën, zelfs bij Justitie als het gaat over auteursrecht. Dan zie je dat we daadwerkelijk stappen aan het maken zijn.”
Springplank
Voormalig NCP-voorzitter Willem Zijlstra liet vorig jaar in dit blad noteren: “Onze sector is voor Nederland zeer waardevol en wij moeten onszelf zo organiseren dat het maximale eruit komt, zodat we ons echt kunnen profileren als ‘Nederland Productieland’. We spreken geweldig Engels, zowel de mensen als de apparatuur zijn van de hoogste kwaliteit en we zijn economisch een sterk en stabiel land, zoals blijkt in deze bizarre tijd. Eigenlijk zouden we de huidige situatie als springplank moeten gebruiken om die rol sterker na te jagen. Het klinkt misschien een beetje abstract wat ik zeg, maar dan gaat het over nieuwe initiatieven, over creativiteit en over een gezamenlijke inspanning om de sector gezond te houden.”
Manon van der Hoek: “Ja, we hebben echt een serieuze missie, ik doe dit er niet eventjes bij. Daarom heb ik er ook goed over nagedacht: als ik het doe, wil ik ook echt samen de schouders eronder zetten om het uiterste te bereiken. En in een zo vroeg mogelijk stadium, zodat we medebepalend kunnen zijn. Die twintigduizend banen en die 800 miljoen omzet zijn een grote impuls voor de Nederlandse economie en hoe bijzonder zijn onze wereldwijde positie en talent wel niet, voor zo’n klein land met verhoudingsgewijs zulke ‘lullige’ budgetten? Die trots hoop ik ook in Den Haag iets meer te kunnen overbrengen.”
De Amerikaanse tv-markt is een markt waar je moeilijk tussenkomt, vertelt Reinout Oerlemans over het succes aan Quote. Ooit stond hij aan het hoofd van het succesvolle bedrijf Eyeworks, maar dat heeft hij voor veel geld in 2015 verkocht aan Warner Bros.
Na die deal bleef hij de creatieve directeur bij het enige deel dat niet was verkocht: 3Ball Media. Na flink wat buffelen heeft hij nu voet aan de grond bij één van de grootste zenders in de Verenigde Staten. “We zijn met de familie nu bijna zeven jaar in LA en het heeft me tijd en energie gekost om echt te doorgronden hoe het werkt hier”, zegt hij tegen het zakenblad.
Come Dance With Me is het format waarmee Oerlemans zich wederom op de kaart zet. Het werd bedacht door LL Cool J en Chris O’Donnell, die samen in de politieserie NCIS speelden. Het is volgens de tv-producent klassiek familie-entertainment. In de danscompetitie worden getalenteerde kinderen gekoppeld aan onervaren volwassenen. Oerlemans: “Op basis van de pilot hebben we nu de serie aan CBS verkocht. Dat is zo’n beetje de holy grail in tv-land, omdat er niet zoveel openingen zijn bij de Amerikaanse networks.”
Mariëlle Tweebeeke was van 2007 tot 2010 presentatrice van het RTL Nieuws waar zij Loretta Schrijver opvolgde. Sinds 6 september 2010 presenteert zij namens de NOS het actualiteitenprogramma Nieuwsuur, de opvolger van NOVA. In 2012 won zij de Sonja Barend Award, de vakprijs voor het beste televisie-interview.
In het winnende interview ondervraagt Tweebeeke producent Reinout Oerlemans en het bestuur van het VU medisch centrum over het controversiële programma 24 uur: tussen leven en dood, waarin patiënten van de spoedeisende hulp met verborgen camera’s worden gefilmd. De dag na dit interview werd het programma door RTL 4 geschrapt.
In De Perstribune signaleert de vaste mediadeskundige Ron Vergouwen zondag 6 september bovendien opvallende mediatrends uit heden en verleden. De Perstribune wordt gepresenteerd door Margreet Reijntjes en Aashna Sewpersad.