Albert
Een jaar of vijf geleden ging ik voor De Monitor langs bij Albert, een man die ernstig ziek was geworden door zijn werk. Hij had longklachten en beschadiging aan de hersenen opgelopen door het werken met gevaarlijke stoffen in een steenfabriek.
Door zijn aandoeningen is er iets in Albert veranderd waardoor hij zonder het zelf te begrijpen om de haverklap in huilen uitbarst. In 2002 begon hij een juridische procedure tegen de fabriek die hij in 2016 (!) eindelijk won. Toen zat er dus al veertien jaar juridische strijd op. Eind goed, al goed zou je zeggen, maar dat was niet zo.
De fabriek ging in hoger beroep omdat zij beweerde dat Albert zijn klachten ook elders had kunnen oplopen. De zaak loopt nog steeds. Binnenkort worden weer allerlei medici en andere deskundigen uitgenodigd die argumenten mogen aandragen waarom Alberts klachten wel of niet door de schadelijke stoffen in de fabriek komen. We zijn inmiddels achttien jaar verder en het einde is nog niet in zicht.
Ik bezocht Albert gisteren voor (inmiddels) Pointer in zijn pittoresk gelegen dijkhuisje. Hij is een gebroken man met ernstig trillende handen. De Parkinson die waarschijnlijk ook met de bedrijfsziekte samenhangt, is erger geworden. Moet je je voorstellen dat je zo ziek bent en dan ook nog een eindeloze strijd moet voeren tegen een machtige werkgever met veel diepere zakken. Dat houdt toch niemand vol?
Albert was ooit begonnen aan zijn strijd omdat hij de fabriek en de werknemers wilden waarschuwen voor de gevaarlijke stof. Misschien wisten ze niet hoe schadelijk die was. Nu gaat hij alleen nog door omdat hij anders de enorm hoge proceskosten (inmiddels zo’n 70.000 euro) moet betalen. Dan zit hij aan de grond.
Duidelijk is dat het systeem niet deugt. Hoe kan een juridische procedure tussen een zieke man en zijn voormalige werkgever zo lang duren? Albert is zeker niet de enige. Het perverse van dit juridische systeem is dat de werknemer moet bewijzen dat zijn ziekte door het werk komt en nergens anders door. En dat is vrijwel onmogelijk.
De partij met de langste adem en de diepste zakken kan de procedure eindeloos rekken door nog meer experts op te roepen, nog meer onderzoek te doen en beroep op beroep aan te tekenen. In de hoop dat de eenzame, arme werknemer die zijn recht probeert te halen op een gegeven moment murw is gebeukt, of dood.
Dit systeem dat volkomen is gebaseerd op wantrouwen (ik moest bij dit verhaal ook aan de toeslagenaffaire denken) moet anders. De procedures moeten korter – in België worden dergelijke zaken standaard in zeven maanden afgehandeld – en de werknemer moet het voordeel van de twijfel krijgen: als aannemelijk is dat een bepaalde stof een bepaalde ziekte kan opleveren, dan moeten we ervan uitgaan dat dát dan ook de oorzaak van de ziekte is. We moeten onze sociale welvaartsstaat weer voor de burgers gaan inzetten, niet tegen hen.
Teun van de Keuken
Presentator Pointer, Keuringsdienst van Waarde én de podcast Teun en Gijs vertellen alles. Ook is hij columnist bij De Volkskrant.