Door de grond zakken
Vandaag kreeg ik in een interview de vraag of ik wel eens een blunder maak. Of een moment dat ik echt door de grond kon zakken. Dat vinden mensen een leuke vraag, blijkbaar.
Ach, waar moet ik beginnen? Dat ik ‘ja’ zei tegen een ijsje tijdens m’n allereerste gesprek met EO directeuren Arjan Lock en Jaap Kooij bijvoorbeeld. Likkend aan een ijsje is heel gek kan ik je vertellen als je een gesprek moet voeren over hoe je als aankomend presentatrice denkt een bijdrage aan de missie van de EO te gaan leveren.
Het was ook nog eens een warme zomerse dag, dus het ijs smolt over m’n hand en vingers. Kak… Dat kan ik niet quasi nonchalant gaan zitten aflikken. Of wel? We zijn tenslotte allemaal maar gewoon mensen. Nee, dat is raar. OK, ik bedacht dat ik het ijsje zo snel mogelijk moest wegwerken. Ik kon het moeilijk weggooien, dat is niet erg duurzaam /EO-tisch, dus dat ding moest zo snel mogelijk op zijn.
Ik besloot het ijsje een soort ‘bijtend’ op te eten, met een stalen blik, alsof ik altijd zo mijn ijsjes eet en ik nu eenmaal een gulzig type ben, waarna ik een spontane steek in m’n hoofd kreeg van de kou. Even een kleine stuiptrekking onderdrukken, maar hey, hij was op.
Of die keer dat ik door een school liep, op zoek naar de klas waar ik een tijd geleden had gedraaid voor de Anti Pest Club. We overvallen altijd naderhand de klas om te vragen hoe het nu met ze gaat en of het pesten echt gestopt is. Helaas verhuizen klassen regelmatig na een zomer-, krokus- of whatever-vakantie, dus ik moet elke keer weer op zoek naar waar ze zitten.
Nu doet de redacteur haar best met ‘eerste trap omhoog, voorbij de kleuters en die grote zitkuil weet je wel, van de vorige keer (nee, dat weet ik niet meer, maar ga verder) derde lokaal aan je rechterhand, net voorbij die papier-maché boom (wat?), maar dan wel de LINKERdeur he? Want het is groep 7A (oh ja thanks, die was ik ff kwijt ja).’
Maar tijdens deze instructie gaat er op de een of andere manier altijd, maar echt altijd, ineens óf een geluidsman met z’n hand in je blouse, om je zender opnieuw te plakken wel te verstaan, óf vraagt de regisseur van welke kant je de vorige ook al weer kwam aanlopen, waardoor ik het nooit helemaal goed gehoord heb, maar ik vervolgens braaf knik, omdat ik het anders zo lullig vind dat de redacteur in kwestie het nóg een keer aan me uit moet leggen.
Anyway, ik zoek het zelf wel uit, want het komt altijd goed. Ik heb een geheugen van een olifant, ik onthoud namelijk die smoeltjes plus hun namen serieus na jaren nog. OK, dan ga ik dus lopen. Cameramannen beiden achter me aan, jaja, soms draaien we nog met een dubbele ploeg, dames en heren, en dan klop ik aan bij het juiste klaslokaal.
Toen ik via het grote raam het lokaal binnenkeek, zag ik een meisje (ik herkende haar niet direct, maar kinderen veranderen bijzonder snel). Ze keek op en uit enthousiasme veerde ze op. Wat leuk. Die is blij met m’n komst. Ik zeg op camera ‘Wat leuk, dit zijn ze! Oh, vind het zó leuk ze weer te zien!’ waarna ik op de deur wil kloppen, om naar binnen te gaan, maar de regisseur nét op tijd in m’n nek vloog ‘Dit is niet de juiste klas!’
Ik vertrouw voortaan niet meer zo blind op mijn olifantengeheugen…
Anne-Mar Zwart
Presentator voor EO en NPO
De week van Anne-Mar Zwart
-
ΜaandagMet je kop op tv
-
DinsdagPractice what you preach
-
WoensdagDoor de grond zakken
-
DonderdagZwart-wit
-
VrijdagDe angel eruit