Fax
Een bevriende collega-journalist heeft onlangs een tv-klusje gedaan; boeiende kandidaten zoeken voor een televisieprogramma. Waarom niet? Het overlapt elkaar behoorlijk: in tijdschriften portretteren we ook mensen die een bijzonder verhaal hebben.
Toen ze me over haar klus vertelde, dacht ik terug aan mijn begintijd achter de schermen. Als je mensen moest zoeken, deed je dat met de Gouden Gids. En dan bellen met je vaste kantoorlijn en hopen dat iemand thuis was.
Toen ik begon met productiewerk, moest ik opname- en make-upschema’s naar betrokkenen faxen, met een beetje pech elke week opnieuw want nieuwe uitzending. Faxen. Weten we het nog? Dat was dat je een papier in een machine duwde en dat er aan de kant van de ontvanger uitkwam – een soort prehistorische analoge e-mail.
Het duurde tergend lang, want minimaal vijftien man moest zo’n ding, en heel rap ging het er niet doorheen. Omdat je er wel naast moest blijven zitten (anders ging iemand anders op de fax of bleef je papier vastzitten), speelde je van pure ellende maar een beetje kettingrokend Snake op je Nokia. En er was er altijd wel iemand die niets had ontvangen (de techniek was niet onfeilbaar), dus aan het einde van de rit kreeg je hoe dan ook op je flikker van je baas. Maar goed, dat je vier levels omhoog was gegaan met Snake maakte veel goed.
Sinds ik eergisteren schreef over mijn gloriejaren bij Domino Day, is er iets gaan kriebelen in mij. Moet ik niet…? Zal ik niet…? Als ik ooit mijn rentree maak in televisieland, zal dat op een productiepost zijn. Kandidaten zoeken met boeiende verhalen vind ik namelijk ook al in de journalistiek een noodzakelijk kwaad, dus dat ga ik zeker niet fulltime doen.
Aan de andere kant is eigenlijk alles wel prima nu Google de Gouden Gids heeft vervangen en nog veel belangrijker: ik nooit meer hoef te faxen.
Suus Ruis
Journalist, auteur, scenarioschrijver en RTV-kenner
Foto: Mark Uyl