Boudewijn Schoewert
2017 - week 44

Feestjes

Kom je op een feestje en horen mensen dat je werkt bij de Publieke Omroep, heb je meteen aanspraak als je wilt. Afhankelijk van het gezelschap krijg je te maken met opmerkingen als: ‘ Hoe gaat het nu echt’, ‘hoe knap iedere week zo’n interessante uitzending’, ‘werken er écht zoveel mensen aan één programma?’

Of je krijgt ongegeneerde kritiek: ‘Het is een linkse kliek’, ‘Ik kijk geen tv meer, er zijn zo weinig interessante programma’s op de Nederlandse tv, alleen heel af en toe een goede documentaire op NPO 2 en Boeken op Zondag’.Vooral die laatste groep begint dan heel snel over de BBC. Daar zenden ze zoveel goede programma’s uit. Bij navraag blijkt dat er feitelijk weinig echt gekeken wordt naar de Britse zender, afgezien van de oorspronkelijke serie van Heel Holland Bakt en een tuinprogramma op zondagmiddag.

Toch wordt dat BBC-model als een ideaal plan voorgeschoteld. Terwijl ik geloof in het Nederlandse model en dat graag verdedig. Met drie zenders die een breed publiek (proberen te) bereiken. Veel kwaliteit, ruimte voor nieuwe programma’s, fraaie dramaseries, zowel bij jeugd als voor de ouderen.

De verzuiling uit oude tijden heeft een erfenis achtergelaten waardoor wij nu een speciaal aanbod hebben; extreem divers. Iedere omroep maakt programma’s met een eigen kleur en invalshoek die min of meer uniek is, zeker als je het vergelijkt met de publieke omroepen in andere landen om ons heen.

En dan de kosten. Bij de roep om een BBC-model wordt gemakshalve vergeten dat de BBC aan budget een factor 10 meer te besteden heeft dan de NPO. Onze linkerburen hebben een begroting van meer dan 5 miljard euro. Daarnaast hebben ze een gigantisch Engelstalig afzetgebied wat de sales van hun programma’s aanzienlijk makkelijker maakt.

‘Waarom is de publieke omroep zo bezig met de kijkcijfers, laat dat toch los’, is een opmerking die ik ook vaak moet toelichten. Wij hebben in Nederland een hybride systeem waarbij we naast belastinggeld ook inkomsten genereren via reclame. Een systeem waardoor we Europees gezien een erg goedkope publieke omroep hebben.

Vaak wordt er geroepen dat de NPO zich alleen moet richten op cultuur en informatie. Natuurlijk, want dat is belangrijk. Maar dit is te beperkt gedacht. We betalen met z’n allen mee aan de NPO dus moeten we ook iedereen bedienen. Het aanbod moet breed, divers en afwisselend zijn. ‘Jongeren kijken geen tv meer, analoge tv is uitstervend’, hoor je dan ook nog. Jongeren kijken misschien minder en anders, maar ze weten op de juiste momenten de programma’s wel degelijk te vinden. Al zijn het niet altijd per se specifieke programma’s voor jongeren.

Ze kijken ook naar De Wereld Draait Door, sport en amusementsprogramma’s. Ook om die reden wil de NPO amusement niet kwijt. Al is het belangrijk om content ook op diverse platforms aan te bieden. Het is goed dat de NPO sinds 1989 te maken heeft met concurrentie van de commerciële omroepen, en sinds een aantal jaren ook Netflix en wat al niet. Ook de commerciële zenders hebben baat bij een goede publieke omroep. Het houdt ons makers allemaal scherp.

Het is altijd lastig uit te leggen hoe de NPO precies in elkaar steekt, zeker aan mensen buiten Nederland. Maar de slotsom is wat mij betreft dat diversiteit en kwaliteit vooralsnog gewaarborgd zijn en dat de NPO, met alle omroepen als toeleverancier, televisie maakt waar we allemaal apetrots op kunnen zijn. En dat de NPO goed wordt bekeken blijkt wel uit de kijkcijfers en de marktaandelen.

Valt er dan helemaal niets te klagen over de NPO? Jazeker er valt veel te verbeteren, maar laten we dat wat we (nog) hebben een beetje koesteren.

Boudewijn Schoewert
Eindredacteur De Reünie, KRO-NCRV

De week van Boudewijn Schoewert

2017 - week 44