Het peloton
Na het vertrek uit Düsseldorf en de finish in Luik moest ik toch weer even toegeven aan mijn gisteren genoemde opkomende vorm van beroepsdeformatie. Vergelijkingen gaan natuurlijk altijd mank, maar voor de televisie bij de Tour de France (met een glas wijn) moet ik toch even denken aan de overeenkomsten tussen de producentensector en de wielrennerij.
Slechts een miniem percentage van de talentvolle renners die met wielrennen begint, zal ‘slagen’. Dat wil zeggen dat een verwaarloosbaar aantal renners profwielrenner wordt en een nog kleiner aantal de Tour de France zal rijden, laat staan winnen. Een begrijpelijk en rationeel advies aan de beginnend renner zou dan ook zijn: zou je niet een ander beroep kiezen waar de slagingsfactor groter is?
Dat geldt overigens natuurlijk ook voor bijvoorbeeld tennissers en voetballers. Toch blijken ieder jaar weer massaal – waarschuwingen ten spijt – jongens en meisjes hun lang gekoesterde droom na te jagen. In de wetenschap dat, statistisch gezien, de kans van slagen nihil is. Ook dat geldt voor onderdelen van ‘onze’ sector. Talentvolle regisseurs, acteurs, scenarioschrijvers et cetera komen voort uit deze drang naar erkenning en mogelijk eeuwige roem. En het werkt!
‘Zij’ hebben Dumoulins, Gesinks, Van Bastens, en hopelijk Ziyechs voortgebracht, en ‘wij’ Hauers, Verhoevens, Fernhouts en Gorris’en. Dat niet iedereen een villa in St Tropez of Miami kan betrekken, is volgens mij makkelijker voor de betrokkenen zelf te aanvaarden dan voor de beleidsmakers, politici en anderen. Maar zoals gezegd, vergelijkingen gaan (bijna) altijd mank.
Arie Landsmeer
Directeur OTP