Menno Hettinga
2018 - week 21

Johan

Zonder onbescheiden te klinken, ben ik door mijn ervaring bij Pauw en Jinek inmiddels gewend aan het idee dat er honderdduizenden mensen kijken naar wat ik maak. Niet dat de kijkers thuis per se weten wie wat maakt natuurlijk, maar dat geeft niet.

Het verschil, nu ik voor M werk, is dat ik ook meteen appjes met reacties krijg. Reacties van kritische vrienden en trotse moeders die voor de buis zitten. Een nieuwe gewaarwording, want niet zo lang geleden (nog bij Pauw) hoorde ik altijd: we kijken eigenlijk nooit want het is altijd zo laat hè?

Nu deed afgelopen weekend het ongemakkelijke feit zich voor dat ik pech kreeg met mijn auto. Moederziel alleen, op een verlaten afsluitdijk, liet mijn vierwieler via de nodige rook weten dat ‘ie er geen zin meer in had. Nog geen jaar na de aankoop, maar dat geheel terzijde.
Bijna drie kwartier later kwam Johan, de held van de pechhulp in een geel gevaarte naar me toe rijden. Met een zwaar Noord-Hollands accent vertelde hij hoe vervelend hij het voor me vond, “Maar hé, d’r saain ergere dinguh int lefen! Ja toch?!”

Al snel werd het duidelijk dat het wonder waar ik op hoopte, zich niet zou voltrekken. Mijn auto was ter plekke niet te maken. Omdat ik zowel letterlijk als figuurlijk nogal ver van huis was, waren Johan en ik voorlopig op elkaar aangewezen. De hulptroepen om mij vanuit Haarlem op te halen, moesten tenslotte nog een uur rijden om me op te halen. Met mijn auto achterop de gele sleepwagen van Johan reden we naar het dichtstbijzijnde pechhulp-hoofdkwartier.
Nadat Johan z’n hele levensverhaal had verteld, was het mijn beurt. “Wat doe jaai aaigenluks voor werruk?” Met “iets in de media” nam hij geen genoegen en ik vertelde wat ik zoal uitspook. “O ja! Die Margreet! Daar heb ik een stukkie van gesien!”
Leuk! Margriet is het trouwens. M heet het programma, verbeter ik hem voorzichtig. “Ja, dat seg ik. Leuk mens lijkt me dat. Die Jinek trouwens ook. Leuk meissie. Paul vinnik een arrogante gozer.” Dat dat -in het echt- best meevalt, en dat het Pauw moet zijn, lijkt hij niet te horen als hij met veel gekreun en het nodige gevoel voor drama in mijn motorblok zit te wrikken. “Het siet er niet best uit, vriend.”

Terwijl er nauwelijks een uurtje voorbij is, lijkt het of Johan en ik elkaar al minimaal tien jaar kennen. Het idee dat dit geintje uiteindelijk de nodige euro’s zal gaan kosten, is inmiddels een beetje ingedaald en jawel: het is zowaar best gezellig.
Moeiteloos heb ik me inmiddels aangepast aan het amicale karakter van de monteur. Ook betrap ik mezelf er op dat ik zelfs een beetje meega met zijn accentje: “Als je het nou verkloot, zorg ik dat het morgen op de tv komt, dus ik zou maar een beetje m’n best doen als ik jou was.” Johan kijkt lachend op en komt onder mijn motorkap vandaan. Hij veegt een beginnend zweetdruppeltje op z’n voorhoofd weg en veroorzaakt daarmee een enorme zwarte veeg. “Verrek ja! Jaai ben van de telefisie he! Je mag best segguh dat je slecht geholpen ben. Ik heet trouwens Marco.”

Iets te hard lachend om zijn eigen grap legt ‘ie uit dat Marco de collega is die niemand mag. “Dat sal ‘m leren!”

Menno Hettinga
Beeldredacteur M, voorheen bij Pauw en Jinek

De week van Menno Hettinga

2018 - week 21