
Makers willen maken, kopers willen kijkers
Toen ik opgeleid werd als maker, ging het nooit over geld. Het ging over intrinsieke motivatie, over het belang van verhalen die jij als maker wil vertellen. Maar nu, een jaar op de stoel van Creative Director, kijk ik ook vanuit de andere kant. De kant van de zenders, commissioners en distributeurs. En daar gaat het, laten we eerlijk zijn, wél snel over geld.
Je zou kunnen zeggen dat de markt steeds ingewikkelder wordt. Het NPO Fonds zit op slot, de NPO staat onder druk, het Filmfonds kan maar maximaal zoveel makers per jaar bedienen en streamers zijn veel opportunistischer geworden. Daar moet je nu bijna garanderen dat er al een doelgroep voor je film is, voor een nieuwe aanwas van subscribers naar het platform.
Het draait niet alleen om artistieke waarde, maar ook om impact. Gaat pers erover schrijven? Zorgt het voor opschudding? Heeft het een hoge production value maar kan het relatief goedkoop geproduceerd worden? Dit is niet alleen de taak van een producent, maar ook van jou als maker.
Neem bijvoorbeeld The Man With 1000 Kids op Netflix. Trouwens, zonde eigenlijk dat die door Britten is gemaakt, want dit hadden wij gewoon moeten doen. Dat terzijde. De talking heads in die film worden versneden met geënsceneerde beelden, zoals het silhouet van Jonathan’s bos krullen terwijl hij een bar binnenloopt. Dit soort shots kan tegenwoordig grotendeels met AI worden gemaakt.
Dat scheelt een hoop in fictiesets en budget, waardoor hetzelfde verhaal voor een zender opeens wél aantrekkelijk kan worden. Kosten versus impact. Als maker kun je daar rekening mee houden, voor open staan en zo misschien net het verschil maken. Daar zit ook niet het verlies. We willen gewoon films maken. En er zijn meer makers dan kansen. Dus laten we onze kansen vergroten.
Daarvoor is het cruciaal dat je niet alleen in je ‘onafhankelijke creatieve hokje’ blijft zitten, maar ook nadenkt over hoe je je project slim in de markt zet. Hoe maximaliseer je impact? Kan het ook internationaal? Kan het universeler? Kunnen we hetzelfde verhaal vertellen met een lager productiebudget? Dat soort dingen. Momentum is ook cruciaal. Ik heb zelf een grote ideeënbox waar ik nieuwsartikelen in opsla die me opvallen, en eens in de zoveel dagen kijk ik: kunnen we hier iets mee? Snel schakelen is een pré.
Zelf hou ik ervan als een idee nog rauw is. Het hoeft van mij allemaal niet al volledig uitgewerkt te zijn. Sterker nog, vaak begint het gewoon met een appje of een voice-memo van een maker: ‘Ik kwam dit tegen, zouden we hier iets mee kunnen vanuit dit perspectief?’ Dat soort losse flarden zijn vaak het beginpunt. Dan kijken we samen of het past bij de tijdgeest, wat ervoor nodig is om het scherp te krijgen en hoe we het het beste kunnen aanvliegen. Liever dat, dan dat we allemaal kostbare tijd steken in plannen die uiteindelijk niet landen.
Moraal van het verhaal: Denk efficiënt. Denk breed. Droom groot. En bovenal: blijf geloven. Ja, er zijn negatieve geluiden. ‘Het is loom. De markt is verzadigd. Het moet anders.’ Laten we elkaars hand vasthouden en er gewoon mee beginnen. We bepalen zelf de toon. Want het mooie is: de interesse vanuit de mainstream kijker naar non-fictie groeit alleen maar. Dus laten we ervoor zorgen dat we klaarstaan om de verhalen te blijven vertellen die de wereld nodig heeft.
Stephen Kearney
Creative Director bij Captains

De week van Stephen Kearney
-
ΜaandagMakers willen maken, kopers willen kijkers
-
DinsdagYouTube on Steroïds
-
WoensdagRollen omgedraaid
-
DonderdagDe tussenruimte