Social talk
Een willekeurige zondag. Ik kom aan bij een verjaardag van mijn schoonfamilie. Als ik mijn jas uitdoe, bedenk ik al waar ik me ga positioneren. In het midden is ruimte gemaakt voor de kleintjes en hun speelgoed, mijn eerste uitdaging is mijn enkels niet te breken over een stukje lego.
Als vanzelf ontstaat een kring. Links een groepje vrouwen, daarnaast opa en oma met kleinkinderen op schoot. Als ik de cirkel verder scan, zie ik dat rechts zich een groepje mannen heeft verzameld. Ik veeg een zweetdruppel van mijn voorhoofd, de keuze die ik nu maak, gaat mijn middag bepalen.
Ik kies eieren voor mijn geld, pak de lege stoel tussen de mannen. Zo’n stoel die alleen voor verjaardagen uit de schuur wordt gehaald. Eén van de vier pootjes is iets korter. De hele middag wiebelen neem ik op de koop toe.
Ik zit. Het gesprek begint vloeiend.
“Wat wil je drinken?”
“Doe maar een biertje.”
Op tafel nootjes, toastjes met brie.
Dan val ik stil. Ik sluit niet direct aan bij twee ooms die elkaar op deze verjaardag altijd opzoeken om over hun gezamenlijke hobby ‘modelvliegtuigen’ te praten. Mijn zwager ziet me wat hulpeloos rondkijken, doet een poging tot een gesprek.
“Hoe gaat het met je studie?”
Ik studeer al acht jaar niet meer, maak dat subtiel duidelijk.
“Ja, goed, op mijn werk gaat het prima.”
De volgende vraag staat al paraat om verdere stilte te voorkomen. Als je maar geluid maakt, is het goed.
“Zit je nog steeds op voetbal?”
“Ja”, antwoord ik, en stel een vraag terug: “Hoe is het hier, lekker weekend gehad?”
Mijn hand gaat vaker naar de bak met nootjes. Mijn biertje is bijna op, blij toe, ik heb een excuus om een wandelingetje te maken naar de koelkast.
Het klinkt misschien gek, maar dit mis ik dus. Social talk. Door de pandemie lijkt de social talk zich te verstoppen achter mondkapjes. Waar zijn die gesprekjes die je kilometers van tevoren kunt uittekenen? Bijvoorbeeld dat gesprekje op maandagmorgen op kantoor. Mijn collega die vraagt hoe mijn weekend was. Als ik dan zeg dat ik niet veel gedaan heb, het antwoord: “Ahhh heerlijk toch, lekker niks doen?” En als ik zeg dat ik het afgelopen weekend drie festivals heb gepakt: “Ahhh heerlijk, lekker genieten.”
Dit ritueel speelde zich iedere maandag af op kantoor. Wat ik ook zei, altijd dezelfde glimlach, altijd een antwoord met ‘ahhh’ en ‘heerlijk’ erin. Ik mis in deze coronatijd dit soort nietszeggende gesprekjes, met mensen buiten mijn eerste vriendenkring. Gewoon gesprekjes om lekker geluid te maken. In de kroeg, op het werk of op een kringverjaardag.
Natuurlijk, ik mis óók de zweetregen op de laatste dag in de 24 uurstent op Lowlands, de gast die met harde stem belt in een volle bioscoop en die ‘Houdini-maat’ die op een stapavond zonder iets te zeggen ineens de benen heeft genomen. Maar ik mis toch vooral de gesprekjes met onbekenden met ‘ahhh’ en ‘heerlijk’ erin.
Guido de Graaf
Creative Lead 100% NL