Vierkant geluid
Toneelschrijver Bernard Shaw schreef het al: ‘Het grootste probleem in communicatie is de illusie dat het heeft plaatsgevonden.’ Nu zijn we in de media allemaal goedgebekt, maar dat wil nog niet zeggen dat we elkaar ook begrijpen. Neem bijvoorbeeld dat je een nieuw tune wil voor een tv-programma, een soundtrack voor jouw film of een sound voor je merk: hoe leg je aan een componist, musicus of sounddesigner uit wat je wilt? Hebben we daar eigenlijk wel de juiste woorden voor? En al helemaal als je zelf misschien ook nog niet helemaal weet wat je wilt.
De taal van muziek zijn noten en akkoorden, maar daarmee ben je er nog niet. Nog los van dat de meeste opdrachtgevers het hele notenschrift niet kennen. En je met noten niet goed een gevoel of een sfeer kunt omschrijven. Gek dat we daar eigenlijk nog geen nieuwe taal voor hebben uitgevonden. Vergelijk het bijvoorbeeld met wijn, daar is voor smaak en geur een eigen vocabulaire voor: een wijn kan rond zijn, houtig, aards of naar kattenpis smaken. En daarbinnen onderscheid je bijvoorbeeld framboos, vanille, chocola of is de wijn strak. Binnen de wijnwereld weet iedereen waar je het over hebt. Maar hebben wij allemaal dezelfde definitie in het hoofd als we het hebben over hoe spannend, romantische of treurig klinkt? En wat bedoelt de opdrachtgever met een vierkant geluid of een blauwe uitstraling? Hoe begrijpen we elkaar?
Tijdens de Sound Summit van 6 oktober over toegepast geluid bogen Joost Haartsen van AMP, filmregisseur Elbert Van Strien, producent Marc Pos en JP Geersing van Audiochef zich over deze kwestie. Voor Van Strien is het belangrijk dat de componist begrijpt dat hij een acteur is in het geheel en goed de subtekst bloot moet leggen. Het grootste gevaar is, volgens hem, dat er te ‘letterlijk’ wordt gecomponeerd. Marc Pos zei dat je als opdrachtgever niet te directief moet zijn omdat je dan het creatieve proces verstoort. En dat er bij langdurige samenwerkingen vanzelf een eigen taal ontstaat, waar je steeds meer durft en kunt zeggen.
Om opdrachtgevers te begrijpen, kan het goed werken om ze naar voorbeelden te vragen die bij hen een bepaald gevoel oproepen en die met hen te bespreken. Of ze te vragen wat ze niet willen. Maar het blijft soms toch gissen; vooral als een tussenpersoon in eerste instantie de opdracht geeft of als je niet van tevoren zorgt dat alle steakholders op één lijn zitten. En verrassend: zelfs bij een goede pitch wordt er vaak gekozen voor de extra aangeleverde eigenwijze, afwijkende variant.
Het blijft dus zoeken naar de juiste woorden waarbij vertrouwen en ruimte laten voor verrassing belangrijke voorwaarden zijn voor een goed eindresultaat.
Sietske van Weerden
Journalist en programmamanager Sound Summit