
Zeker en vast
Eén keer per jaar wordt in België de nationale muziekindustrie geëerd door de Music Industry Awards uit te delen. Kort MIA’s (uitzending 29 januari VRT1). Je zou het de tegenhanger kunnen noemen van de 3FM Awards (NPO, 25 februari) of, als je verschil in budget even buiten beschouwing laat, van de Brit Awards (1 maart).
Wat de MIA’s zo bijzonder maakt, is het spreekwoordelijke gewicht dat de prijs heeft. Op de avond van de uitreikingen komt alles en iedereen die er enigszins toe doet in de Belgische muziekindustrie bij elkaar in het Sportpaleis te Antwerpen. De optredende artiesten werken heel nauw samen met het productieteam om hun act tot iets heel bijzonders te ontwikkelen, meer dan 1000 moving lights toveren het paleis om tot een spectaculaire toverbal.
Op de rode loper en aan de champagnetafels worden alle glimmertjes uit de kast getrokken, hoge hakjes, smokings, veel champagne, fotografen, Antwerpen staat te sidderen. Als het onze zuiderburen is gelukt om een kabinet bij elkaar te graaien, dan zitten die zeker in de zaal, net als een afvaardiging van het koninklijk huis.
De VRT die de live-uitzending verzorgt, smijt alles in de strijd om er een enorme happening van te maken. Om één of andere duistere reden heb ik als ‘Ollander’ al 4 jaar op rij de eer gekregen om de uitzending te mogen regisseren en ook dit jaar weer was ik onder de indruk van het enthousiasme van met name de artiesten.
Tot tranen toe geroerd wanneer ze een MIA in ontvangst mogen nemen en als ze met knikkende knieën het podium beklimmen en aan hun bedankspeech beginnen, rolt er 9 van de 10 keer een staaltje muzikale poëzie door de zaal waar menig Hollywoodster z’n vingers bij zou aflikken. De uitreikers doen niet onder en types als Phillippe Geubels maken er een erezaak van om met een vlijmscherpe speech de genomineerden bekend te maken.
Het hele spul moet natuurlijk leiden tot een vette uitzending, dus de hele speelgoedwinkel vol faciliteiten mag leeg voor deze keer, maar toen ik tijdens de voorbereidingen met lichte aarzeling mijn lijstje van gewenste camera’s inleverde, had ik eerlijk gezegd verwacht dat ze mij direct zouden terugsturen naar het hoge noorden. “Mag ik alstublieft: 5 grote camera’s met een 120 lens, 3 handhelds, allen met draadloze verbinding, 1 Crane, 1 Agito, 1 Steadycam, 1 vaste camera ennuh, ook nog een 3D Flycam graag.”
Onder het mom ‘wie niet waagt wie niet wint’ wachtte ik gespannen het antwoord af. De facilitair manager bestudeerde angstig lang mijn papierke, deed toen tergend langzaam z’n gouden brilletje af, keek naar mij op en zei tot mijn stomme verbazing slechts: ”Zeker en vast, Marc.”
Marc Disselhoff
Regisseur
